UJazz Fest - Utrechtse Jazz Archipel ft. Jasper van 't Hof
Datum: 15 december 2018
Locatie: Cloude Nine, TivoliVredenburg, Utrecht
Tekst: Storm Bakker
Beeld: Ton van Leeuwen
Datum: 15 december 2018
Locatie: Cloude Nine, TivoliVredenburg, Utrecht
Tekst: Storm Bakker
Beeld: Ton van Leeuwen
De achtste editie van UJazz Fest op 15 december 2018 in TivoliVredenburg (Utrecht), stond in het teken van nieuwe verbindingen. Verbindingen tussen de hoofdgasten en de Utrechtse jazzscene, tussen generaties musici en tussen jazz en visuele kunst. Hoofdgast was de internationaal gelauwerde pianist/componist en Buma Boy Edgar Prijs winnaar 2018 Jasper van ’t Hof. ProgJazz was erbij.
Biotoop
Het festival vond plaats op de negende etage van TivoliVredenburg. Om deze op 47 meter hoogte gelegen locatie te bereiken, dient de liefhebber gebruik te maken van talloze roltrappen, onvriendelijke liften en tenslotte nog een aantal trappen, zodat men bijkans uitgeput en benauwd arriveert op de plaats waar de muziek begint. Deze complexe architectonische biotoop is ontworpen door Thijs Asselbergs (in 2014 in gebruik genomen) en kent naast bewonderaars ook bezoekers die de logistiek vervloeken. De zaal Cloud Nine is een sfeervol geheel, met een balkon en een bar, die akoestisch zeker voldoet, maar de aanpalende club (waar de VPRO Vrije Geluiden opneemt) is een raadselachtig monstrum. Na binnenkomst bevindt men zich in het enigszins benauwende 'zaaltje' met de kenmerkende ronde ramen, waar niemand fijn zicht op de artiesten wordt geboden, zeker als de stoelen zijn verwijderd. Bovendien doet deze ruimte dienst als café, lees: een bargedeelte dat door een corridor gescheiden wordt van het zaaltje, zodat het gewauwel van de barhangers hinderlijk doordringt in het deel waar de artiesten hun hart blootleggen. De bar is bovendien al gesloten als de laatste act nog in volle gang is. Omringd door naar de kleedkamer zoekende artiesten en in glazen cellen als aapjes tentoongestelde rokers, moet door de liefhebber na afloop van het laatste concert de trap worden genomen naar lagere verdiepingen, waar dwars door twisterspelende Utrechtse jeugd en moderne digitale bonk via het drukke Café het Gegeven Paard de uitgang moet worden gezocht... Zoveel prikkels, terwijl we gewoon voor de jazz komen... Het is een extra element aan de totale concertbeleving, die we danken aan de moderniteit en almaar voortschreidende vooruitgang.
Eargonauts
Dat gezegd hebbende, concentreren wij ons op de muziek, want UJazz Fest had voor haar achtste editie weer een mooi programma samengesteld. Het festival opende met een showcase van de ‘Eargonauts’ in Club Nine, een band van jonge talenten uit Nederland, Slovenië en Litouwen. Over de Eargonauts is op internet niets te vinden en de flyer van UJazz Fest gaf eveneens weinig uitsluitsel. Dankzij Jan Cremers van UJazz belanden we op de facebookpagina van de band. Centraal in de Eargonauts staat de Amsterdamse dreadlock Ante Medic (NL), die ook in het Himarck Quartet speelt en wiens naam suggereert dat hij oost-Europese roots heeft. In de Eargonauts speelt hij met zijn Sloveense vrienden Albert Kerekes (sax) en Domen Cizej (drums), beiden zeer bedreven in hun kunst. Bassist Donatas Bielunskis komt uit Litouwen en studeert momenteel af aan het Codarts Conservatorium, Rotterdam. Medic wil met zijn Eargonauts een originele en inspirerende bijdrage leveren aan jazz, om de grenzen van het genre op te rekken. “We experiment with different genres, ranging from drum & bass and electronics to folk." Enfin, spelen kunnen ze! Als dit de toekomst is, zitten we geramd.
Utrechtse Jazz Archipel
Daarna was in Cloud Nine de Utrechtse Jazz Archipel aan de beurt, een band die enkele jaren geleden als 10-koppig ensemble werd opgericht door Ad Colen, Gerben Klein Willink en Marc Scholten, volgens de laatste “met als doel verbintenis te maken in de Utrechts scene, om met elkaars muzikale bezigheden op het gebied van jazz en aanverwante genres bekend te raken.” Oftewel: de Utrechtse Jazz Archipel (door UJazz Fest aangekondigd als de 'Utrecht Jazzarchipel'), is een klein orkest zonder dirigent, waarvan de leden opereren vanuit management by responsibility en allemaal hun persoonlijke inbreng hebben en hun invloed doen gelden; Utrechtse jazzmusici en -componisten die elkaars composities spelen. In die zin voelen wij ons op voorhand al verwant aan dit initiatief, aangezien wij met Festival de Muzen (2006-2014) ook dergelijke initiatieven ontplooid hebben – zij het gelieerd aan Eemland (*). De Utrechtse Jazz Archipel presenteerde zich in 2017 al bij verschillende gelegenheden in Utrecht zoals de Culturele Zondagen en de Nacht van de Jazz, al dan niet uitgebreid met fluitist Mark Alban Lotz, pianist Paul Maassen en gastsolist Roosmarijn Tuenter (viool/zang), waarbij meteen de toon werd gezet richting genre overschrijdend repertoire.
Line-up
Rietblazers zijn de Ad Colen (tenor, bekend van zijn eigen project ‘A Birds' Eye View’ (25 januari 2019 actief tijdens het 5-jarig jubileum van TivoliVredenburg) en Marc Scholten (alt, bekend van het Metropole Orkest en zijn eigen ‘Blindfold Test’, waarmee hij al eerder op de negende etage van TivoliVredenburg optrad). Daarnaast de onvolprezen trompettisten Gerben Klein Willink en Bert Lochs, en op trombone Kees Adolfsen, die buiten de muziek ook als auteur actief is. Naast deze ervaren rotten schittert de inmiddels alomtegenwoordige en onvermijdelijke saxofoniste Kika Sprangers, zeg maar “het talent van het jaar 2018”.
Op contrabas speelt Dion Nijland een vooraanstaande rol, zeker deze avond in Cloud Nine, waar hij midden vooraan stond, maar ook omdat de stukken van special guest Jasper van ’t Hof vooral voorzien in speelse encounters van piano en bas. Zowiezo een fijne opstelling, met de ritmesectie vooraan, vleugel voor de kijker links, drums rechts, en de blazers achteraan op een verhoging. Eveneens een vertrouwd fenomeen, beproefd tijdens ons Festival de Muzen, alsook door het Metropole Orkest en de huidige line-up met drie drummers van King Crimson.
De jonge drummer van de Utrechtse Jazz Archipel, luisterend naar de fantastische naam Mees Siderius, geschoold aan het Utrechts Conservatorium, speelde goed en ingetogen, maar hij was nergens gemeen, ofschoon een orkest met genoemde spelers heus het vuur aan de schenen mag worden gelegd. Een bassist als Nijland gedijdt het beste als hij voortdurend door de drummer wordt uitgedaagd. Het beste samenspel was in de slinkse odd meter compositie van Siderius zelf, maar ook hier stelde hij zich naar onze smaak te bescheiden op. Mogelijk is hij ook in de heere , net als zijn pianomaatje Hanna Marieke van Dijk, wier motto luidt: “Alles door, met en voor mijn Hemelse Vader” . (** zie voetnoot) . Hoedanook, Siderius is zeker talentvol en als hij de schroom afwerpt en zijn acte de presence aansterkt, dan zitten wij in Utrecht de komende jaren geramd.
Pianist tijdens UJazz was Manuel Wouthuysen, kort geleden afgestudeerd in klassiek en jazz, die we kennen uit het NJJO en het Kika Sprangers Quintet, waarmee hij in november nog in Indonesië tourde. De jonge pianist, met het gezicht van een musketier, vervulde tijdens UJazz Fest een bescheiden rol en maakte halverwege het concert plaats voor special guest Jasper van ’t Hof.
Jasper van 't Hof
Van 't Hof had voor de gelegenheid een mini-keyboardje en een laptop meegenomen. Daar haalde hij, via een effect unit, verbluffend mooie geluiden uit en hij was dan ook niet te beroerd meteen uit te pakken op het apparaat. Wij van ProgJazz houden van synthesizers, en het eerste groovy stuk leende zich voor een lekker vliegende synthesizer solo met bender, dus we gingen er goed voor zitten. Maar helaas koos Van ’t Hof vlak voor zijn solo opeens en tot onze schrik voor een obligate orgel preset. Wij snappen ook wel: het sjouwen van analoge bakken wordt op den duur ondoenlijk, maar de brute zeggingskracht en authentieke artistieke mogelijkheden van het Hammond organ zijn niet op te roepen via een digitaal keyboardje van twee octaven. Had Jasper hier gekozen voor een sample van een analoge synthesizer, waren al een stuk gelukkiger geweest. Maar ach, hier spreekt het hart van een synthesizer-mongool, die Van 't Hof ongemeen hoog heeft zitten voor zijn baanbrekende werk op dat gebied. Er zijn weinig spelers die het instrument serieus nemen en integreren in een jazzsetting en wij waren aangenaam verrast, dat het UJazz publiek de solo, tijdens welke Van 't Hof soms een abusievelijk nootje kraakte, spontaan beloonde met een jazz-applaus.
Avontuur
Er waren drie stukken van Van t Hof gearrangeerd voor de Utrechtse Jazz Archipel, de eerste twee door Joan Reinders, het laatste door Henk Heijink. Midden in het tweede stuk, de sfeervolle medium ballad ‘Quiet American’ die Van ’t Hof in Tivoli reeds solo uitvoerde voor VPROVrije Geluiden, voor de gelegenheid mooi gearrangeerd voor de Utrechtse Jazz Archipel, pakte van 't Hof uit met een immense piano improvisatie, die -zoals we gewend zijn van de maestro-, alle kanten op ging en ontaardde in lawineuze sheets of sound , vingervlugge single note acrobatiek, bol van chromatiek en associatieve, soms gewoon lukrake, laddervreemde tonen. Het is de bekende avontuurlijke en intuïtieve stijl van Van ’t Hof, om dwars door alles heen op het associatieve gaspedaal te trappen, waar andere -meer gematigde- toetsenisten zouden kiezen voor het less is more principe en met laddereigen intervallen hun solistische verhaal afmeten. Toen de artist in residence voorafgaand werd gevraagd wat hij deze avond ging doen, was zijn antwoord: "ik heb eigenlijk geen flauw idee." Hilarisch natuurlijk, en niet helemaal de waarheid, maar toch ook niet helemaal gelogen.
Want waar Jasper van ’t Hof op het podium verschijnt, kan er van alles gebeuren. Niet alleen het publiek wordt verrast, ook zijn medemusici zijn regelmatig aan de beurt, en laten we eerlijk zijn: soms verrast de Boy Edgarprijs winnaar 2018 gewoon zichzelf. Dat hebben de improvisatoren van die generatie nu eenmaal, doorgebroken in de bezielde seventies, de periode die -in navolging van Miles Davis cum suis- geregeerd lijkt door een ongebreidelde tijdgeest. Ook wijlen Rob van den Broeck had dat avontuurlijke (met Free Fair) en hij droeg dat tot aan zijn dood uit als zaligmakend postulaat. Het was en passant ook een legitieme reden om repetities af te blazen en de vergadering naar de kroeg te verhuizen, waar het hele concert op een bierviltje werd uitgetekend in onleesbare dynamische symbolen. Van den Broeck genoot ervan om zulke inspirerende waaghalzerij te ondernemen en deinsde tijdens zijn concerten niet terug om volstrekt andere ideeën te spuien dan tijdens de repetitie en aldus zelfs hele orkesten op het verkeerde been te zetten. Hij wilde vice versa ook uitgedaagd worden en zocht altijd naar gepaste sparringspartners en avontuurlijke geestverwanten op dat gebied. Jasper van ’t Hof is uit hetzelfde hout gesneden. Ongehinderd door een beknellende opleiding en een al te theoretisch keurslijf, gaat de autodidact altijd en overal voor het échte improviseren, on stage and by ear, on the spot and in a moments notice . Zo min mogelijk partituren op het podium lijkt daarbij een vereiste. Dat Van ’t Hof geen leeswolf is blijkt wel uit de nonchalance waarmee hij de partituren van de Utrechtse Jazz Archipel tijdens UJazz Fest behandelde. Hij gaf vanachter de piano grinnikend te kennen, vlak voordat er werd afgeteld, dat hij ergens onderweg een paar bladzijden was kwijtgeraakt.
Wat een improvisator pur sang als Van ’t Hof wel begrijpt, is her en der ‘zwarte gaten’ in de composities op te nemen, zodat ongemerkt naar een andere dimensie kan worden doorgestoken. Oren open dus voor de musici en spelen op het scherpst van de snede: interactief (maar niet volgzaam) en gedurfd (maar niet brutaal), altijd bereid om te improviseren en de grens op te zoeken. Uiteraard is dit met een groot ensemble geen piece of cake , aangezien de musici nu eenmaal aan het arrangement op de lessenaar gekluisterd zijn en met teveel, om zomaar mee te beslissen in de koers van het geheel. Zelfs voor Willem Breuker ging dergelijke collectieve impro te ver. Dergelijke ‘muziek’ is voor alle betrokkenen niet lang vol te houden en na 10 minuten volledig uitgeput. Het is de kunst (zoals Zappa die beheerste) om de grens en de vrijheid in bepaalde passages op te zoeken, afgewisseld met strak uitgevoerd arrangement.
Synergie
Op enkele voetzoekers na in het eerste stuk van Van ’t Hof, slaagde de Utrechtse Jazz Archipel er in ’s mans gedrevenheid en synergetische input te beantwoorden. Gerben Klein Willink en Ad Colen kwamen naar voren en lieten zich van hun beste kant zien, saxofonisten Scholten en Sprangers slingerden van achter de drummer hun solo’s de zaal in, en bassist Dion Nijland gooide -zoals we van hem gewend zijn- van begin tot eind alles in de strijd. De synergie bracht een glimlach op de mond van de bandleden en tevens de handen op elkaar van het aanwezige publiek, op één man na, die het nodig vond tot driemaal toe luidruchtig zijn glas om te trappen. Ook een vervelend vrouwmens, dat verdwaald was zeker, leek vooral aanwezig om andere mensen het bloed onder de nagels vandaan te halen, door te laat te komen maar desondanks luidkeels te wauwelen. Het was deze avond kennelijk aan ons, om haar met passief agressieve gebaren tot stilte te manen.
[PJ_©STAB]
(*) Festival de Muzen, Jazz aan de Amer, Bohemian Groove Orchestra en Alter Ego Jazzbarock Consort, vanaf 2009 tijdens Amersfoort Jazz, anno 2018 als jazzrock funk combinatie met Joe Bowie.
(**) Drummer Mees Siderius liet na het lezen van dit artikel per mail aan de redactie weten, dat hij zeker niet 'in de heere' is en daar ook liever niet mee geassocieerd wordt.