King Crimson - Uncertain Times Tour
Amsterdam Concertgebouw, 13 & 14 juli 2018
tekst: Robin Boer
tekst: Robin Boer
King Crimson | press photo DGM
Concertgebouw A'dam 2018 | photo: David Singleton
Concertgebouw A'dam 2018 | photo: Stormvogel
De naam van deze tour: Uncertain Times behoeft geen verdere toelichting, gezien de huidige staat van zowel de muziekindustrie als de politiek in de wereld. Volgend jaar is het exact 50 jaar geleden dat de eerste officiële bezetting van King Crimson een feit werd. Een 50 jarig bestaan markeert, zoals Robert Fripp zelf stelt in de liner-notes van de kersverse '2018 Tour Box', “een significant moment van aankomst in het traject binnen een leven, proces of aanstaande gebeurtenis.” Het 50-jarig bestaan van King Crimson (de vele jaren dat de band inactief is geweest uiteraard ook meegerekend) zal op verschillende manieren worden gevierd, maar het feit dat de band op dit moment 49 jaar bestaat, intrigeert Fripp nog meer: “Het einde van een proces van processen en een mogelijk nieuw begin-opnieuw, opnieuw.”
Het is de vierde maal sinds September 2015 (2 avonden TivoliVredenburg, Utrecht), dat deze editie van King Crimson Nederland aandoet. Deze twee avonden zijn geschiedkundig al interessant, vanwege de locatie waar gespeeld wordt. Zo goed als 45 jaar geleden, op 23 november 1973, speelde Crimson ook al in het Concertgebouw van Amsterdam, in de legendarische bezetting met Bill Bruford, John Wetton en David Cross. Na jaren van bootlegging bracht Fripp in 1997 vrijwel de gehele show in een uitstekende geluidskwaliteit uit op 2-cd. Wat de meeste ingewijden wel weten, is dat een deel van deze set gebruikt is voor de LP 'Starless & Bible Black (1974)' en dat dit optreden mede daar aan ook haar legendarische status te danken heeft.
Terug naar het heden. In de jaren 70 was het geen bijzonderheid dat er harde (jazz)rockbands optraden in het Concertgebouw. Mahavishnu Orchestra, Billy Cobham, Return To Forever, Chicago, Soft Machine, Focus, Captain Beefheart, Weather Report, The Doors (zij het zonder Jim Morrison) en Paul McCartney is slechts een greep namen van wereldfaam die alhier het podium hebben betreden. De akoestiek vormde destijds weinig problemen. Dat is in de loop der jaren, waarin het Concertgebouw met name gebruikt wordt voor symfonische concerten, sterk veranderd. Bij live-muziek uit de kringen van jazz, rock, of lichte muziek, blijkt het concertgebouw niet (meer) de juiste plek voor een aangenaam geluid. De wenkbrauwen fronsten dan ook lichtjes bij het vernemen van deze aankondiging. Want, hoe mooi de geschiedenis rondom deze locatie ook is voor King Crimson en haar fans, de band staat er om bekend een zo perfect mogelijke geluidskwaliteit bij live-optredens hoog in het vaandel te hebben staan.
Bij aanvang van het eerste van de twee concerten werden wij dan ook niet teleurgesteld: het was een galmende muur van geluid, en de lage tonen waren hoorbaar en voelbaar op allesbehalve de juiste frequenties. Nu zal het deels afhangen van de locatie waar je plaatsneemt in de zaal: vanaf het hoek balkon kan niet de beste geluidservaring worden verwacht. De tweede avond was daarentegen een geheel andere ervaring, vanaf de zesde rij beneden. Er is overduidelijk lering getrokken uit de eerste avond. Overlappend was het zeer hoge volume. Deze variant van King Crimson is zowel geniaal als genadeloos naar haar publiek; interactie onderling en met de toeschouwer ontbreekt nagenoeg volledig. (de oplettende kijker neemt op sporadische ogenblikken kort gegrijns en oogcontact tussen enkele bandleden waar, maar daar houdt het verder op) Voor grote fans en kenners kan dit ook als een enorme charme worden ervaren. De band komt op, neemt plichtmatig de staande ovaties in ontvangst, bekleedt positie en levert wat het moet leveren: 2,5 tot 3 uur muziek uit een tijdsbestek van bijna 50 jaar met absolute topklasse.
Er wordt een genereuze mix gespeeld van heel oud en relatief nieuw werk (het nieuwe werk bestaat uit de stukken 'Radical Action' en 'Meltdown' dat nog niet op een studio-plaat beschikbaar is). Van de drie meest gewaardeerde albums 'In The Court of the Crimson King (1969)', 'Red (1974)' en 'Discipline (1981)' worden meerdere stukken gespeeld, waaronder de klassiekers 'Starless' (door vriend en vijand beschouwd als het 'ultieme' King Crimson nummer) en '21st Century Schizoid Man' dat bewaard wordt voor het einde van de tweede avond.
Maar de setlist bevat ook een aantal zogenaamde 'deep cuts', waaronder bijna de gehele suite 'Lizard' van de gelijknamige en tegelijkertijd beruchte derde LP uit 1970, en het titelstuk van de daaropvolgende lp 'Islands'. Veel muziek van deze platen werd destijds niet live uitgevoerd vanwege de complexe arrangementen, maar ook het veelvuldig aanwezig zijn van verschillende blazers die niet mee gingen op tournee. Nu Bill Rieflin de drumkit volledig heeft verruild voor verschillende keyboards en Jeremy Stacey zijn plaats achter de drums heeft ingenomen, worden nieuwe mogelijkheden gecreëerd. Wat komen stukken als 'Bolero – The Peacock's Tale' en 'Islands' prachtig uit de verf (met een glansrol voor Jeremy Stacey op piano) en Jakko Jakszyk brengt naast de vele complexe gitaarpartijen (die Fripp in vroegere tijden allemaal voor eigen rekening moest nemen) de vocalen geheel in eigen stijl, zonder de ons reeds ontvallen iconen als Greg Lake en John Wetton te imiteren, al ontbreekt er in de zang van Jakszyk een bepaalde lyriek en expressie die we gewend zijn in uit zijn voorgangers. Mel Collins (eerder actief in de band van 1970 t/m 1972) blijft zijn rol met verve vervullen door de composities te voorzien van zijn typische saxofoon- en fluitpartijen, de ene keer meer geslaagd dan de andere keer. Dit heeft deels te maken met het hoge volume van de band, waar Collins (die overigens al wordt 'beschermd' door een transparante wand) soms moeilijk bovenuit komt en waardoor wellicht de soli wat minder verfijnd zijn vergeleken met zijn spel op de platen. Levin toont zich zoals verwacht weer als een ware architect op de basgitaar en chapman stick, met uiteenlopende lijnen en een diep geluid. Het mag als een kunst op zich worden gezien om de complexe composities van King Crimson avond na avond zo perfect te ondersteunen zoals Tony Levin dat doet. De mellotron-klanken lijken rechtstreeks afkomstig uit de periode waarin de albums verschenen. De samples zijn nauwelijks van het origineel te onderscheiden en Rieflin geeft perfect invulling in subtiliteiten en dynamiek die vereist worden.
Dan de drie drummers; de 'Hellehonden van Krim'. Elk hun eigen unieke karakteristieken. Pat Mastelotto, die al sinds 1994 deel uitmaakt van de band, heeft van alles in huis. Op zijn gigantische kit laat hij een waar palet van klanken horen, veelal snoeihard en beukend, maar bijvoorbeeld tijdens de ballade 'Cadence and Cascade' weer uiterst subtiel. Jeremy Stacey is tevens spectaculair. Wat een energieke drummer, met zo nu en dan genadeloos heftige fills en breaks. Naast de drums, zoals al eerder genoemd, leverde Stacey tevens de nodige pianopartijen. Tot slot uiteraard niemand minder dan Gavin Harrison, die voor de tour in 2007 door Fripp gevraagd werd om naast Mastelotto achter de kit plaats te nemen. De voormalig Porcupine Tree drummer staat bekend om zijn fabelachtige technische combinaties van verschillende muziekstijlen en een leuk feit is dat Bill Bruford er in de vroege jaren negentig al door Harrison geschreven vakliteratuur op nasloeg, met destijds vernieuwende experimenten binnen het ritmische spectrum. Een stuk als 'Sex Sleep Eat Drink Dream' van de EP 'VROOOM' uit 1994 is daar een mooi polyritmisch resultaat van. Harrison drumt van de drie heren op het laagste volume, maar levert wel de meeste en drukste drumpartijen af gedurende de twee avonden. Het is een genot om naar te kijken en te luisteren. Het toetje van de tweede avond wordt dan ook geserveerd in de vorm van een onnavolgbare drumsolo gedurende '21 Century Schizoid Man.'
Een grote rol was eveneens weggelegd voor de vijf-delige compositie 'Larks' Tongues in Aspic', waarvan respectievelijk de eerste, tweede, vierde en vijfde sectie werden uitgevoerd. Het blijft typerend aan King Crimson dat elementen die er al sinds de vroege jaren 70 in zitten, op knappe wijze zijn blijven terugkeren in de muziek naarmate deze met de tijd mee groeide. Het moet gezegd worden dat het huidige King Crimson niet de band van de toekomst is, waar dit gedurende het begin van de laatste eeuwwisseling wel anders was. Er werd veel geïmproviseerd op het podium en er werd gebruik gemaakt van veel futuristische loops en samples. De groep weekte zich in die tijd zo goed als volledig los van eerdere composities. Dit was ergens veelbelovend, maar bloedde enkele jaren later toch dood door vertrekkende bandleden en het in de schoenen zinken van Fripp's moed aangaande het blijven 'dealen' met de hedendaagse muziekindustrie en de daarbij horende rechtszaken omtrent het terugkrijgen van de rechten van zijn eigen muziek.
De huidige band richt zich voornamelijk op hetgeen reeds geweest is, maar in arrangementen gestoken die de grens van het mogelijke opzoeken, qua combinaties van ritmiek en tonaliteit. Er wordt gelukkig nog wel geïmproviseerd in de stukken 'Moonchild' (door Levin en Stacey) en het fenomenale 'Easy Money' dat ieder concert op een vooraf nog onbekende manier wordt afgewerkt. Het moge duidelijk zijn dat zijne majesteit voor een deel van haar fans slaagt in deze werkwijze, en voor een deel niet. Voor sommige luisteraars zijn drie drummers er één of twee teveel. Voor andere fans kan het niet gek genoeg en die smullen van het meedogenloze geweld dat Crimson gedurende een set van 2,5 en en een set van maar liefst 3 uur over de aanwezigen uitstort. De staande ovaties aan het einde van iedere set spraken in ieder geval boekdelen.
Het 50-jarig bestaan zal mogelijk niet binnen Europa worden gevierd, vanwege de aanstaande Brexit en het onvermijdelijke papierwerk en de hoge kosten en procedures die erbij komen kijken. Een groot deel van het personeel dat voor een King Crimson tour aan het werk is, bestaat namelijk uit niet-Britten. Dit kan dusdanig veel complicaties opleveren, dat de band al een persbericht heeft uitgestuurd waarin wordt aangegeven dat een tour buiten de EU prioriteit zal krijgen. Oplettende fans zullen hebben meegekregen dat Adrian Belew, die van 1981 tot 2008 van onschatbare waarde binnen King Crimson is geweest, sinds vorig jaar formeel ook weer lid is van de huidige band, al is actieve deelname tot dusver uitgebleven. Er valt niet uit te sluiten dat daar volgend jaar, bij het jubileum, verandering in komt. Bij King Crimson weet je het nooit... Deze twee avonden zullen ons nog lang bij blijven.
“In strange and uncertain times, sometimes a reasonable person might despair. But Hope is unreasonable, and Love is greater even than this."
Robert Fripp, 20 april 2018
[PJ_©RB]
Fotografie en film werden zoals gebruikelijk verboden. Er is geen speciale aandacht besteed aan de geschiedenis van de band met het Concertgebouw en het sleutelstuk 'The Night Watch' (met teksten rondom de Nederlandse schilderkunst) is, tegen verwachting van enkele dromende fans, niet gespeeld.
Bezetting:
Robert Fripp – gitaar
Jakko Jakszyk – gitaar, zang
Tony Levin – basgitaar, chapman stick
Bill Rieflin – keyboards
Mel Collins – saxofoon, fluit
Pat Mastelotto – drums, percussie
Jeremy Stacey – drums, piano
Gavin Harrison – drums, percussie