“Ze laten live horen hoe prachtig, bizar, geschift en in veel opzichten nog steeds actueel de muziek van Frank Zappa is”. Met deze weelderige zin uit de aankondiging van 2000 Motels in Het Patronaat is niets teveel gezegd. De band speelt populaire en obscure Zappa-composities vanaf de vroege Mothers of Invention tot eind jaren ‘80 en tot twee dagen na het concert hebben we last van hardnekkige Lydische oorwurmen. Vrijdagavond 17 januari 2020 speelde 2000 Motels Het Patronaat plat en ProgJazz was erbij.
Pur Sang
Bandleider/drummer Karsten van Straten is een Zappa-liefhebber pur sang , die al zijn hele leven verslaafd is aan de muziek van de genius. Vooral de complexe stukken uit de jaren ’70, de periode dat drummers als Chester Thompson, Terry Bozzio en Vinnie Colaiuta vol aan de bak moesten, hebben zijn voorkeur. In 2000 Motels stelt Van Straten zich bescheiden op. “Ik vind het belangrijk dat je je beperkingen kent en omarmt”, zegt hij, nippend aan een cola. “Het heeft toch geen zin om hier tevergeefs Vinnie te gaan lopen imiteren? We moeten dienstbaar zijn aan de band, aan de muziek van Zappa en als een eenheid opereren. De bezieling staat voorop.”
Geconcentreerd leidt Van Straten zijn band op zijn verjaardag door de 22 stukken (!). Het geheel klinkt als een klok. Enerzijds is dat vanwege de geluidsman Tijmen de Vries, die met de band meereist, anderzijds vanwege het ouderwetse adagium ‘repeteren’, dat bij Van Straten & Co gewoon van kracht is. Een handvol minimale slordigheden daargelaten, werd elk nummer foutloos en strak uitgevoerd door een ingespeeld septet, waarbinnen iedereen zijn rol en functie kent en zich bovendien van begin tot eind kan verlaten op de Italiaanse bassist Achille Regazzoni, een rots in de branding, terwijl pianist Rob Brons (hoewel enigszins in de duistere hoek weggestopt) zorgt voor een smaakvolle, harmonische voegspecie. De kritiek op veel repeteren is -met name onder jazzmusici- dat de muziek doodgespeeld wordt, dat het spontane eraf gaat. Dat was bij Zappa echter niet het geval en ook niet bij 2000 Motels. Er was die vrijdagavond in Het Patronaat van begin tot eind speel- en luisterplezier bij alle betrokkenen. Het publiek, dat in grote getale was opgekomen, genoot met volle teugen van bekende krakers als ‘Penguin in Bondage’ en 'Magic Fingers'. Sommigen bekten de geliefde songs mee, anderen luisterden wiegend met de ogen dicht, of dansten in trance in hun eigen habitat. Midden vooraan zat een Zappa-fanaat luchtgitaar te spelen in zijn rolstoel. Het was lekker druk in de zaal, maar niet zó dat je de hele tijd op je hakken werd getrapt of ongewild in andermans aura (of bierwalm) rond moest dobberen.
Fist fuck
2000 Motels heeft gekozen voor de minder moeilijke stukken uit het Zappa repertoire, zoals ‘The Torture Never Stops’ en ‘Crew Slut’. Maar ook die zijn pittig genoeg om serieus te nemen. “Geen Black Page inderdaad, meer Zappa light,” beaamt Karsten van Straten, “maar weet je: er bestaan eigenlijk geen makkelijke Zappa-stukken. In elk nummer zit wel weer iets complex, een gekke break of vreemde maatsoort, een onverwachte melodische sprong..." Klopt. Het valt in die nummers minder op. omdat juist op die momenten gezongen wordt over love dolls en catholic girls, of gestrooid met vieze woorden. “Fist fuck” gromt de nieuwe co-zanger Robin Boer in de microfoon, gevolgd door “Sucking off another man…” tijdens de bekende bluesrock ‘Bamboozled by Love'; “Asshole” krijt de Italiaanse backing vocaliste Valentina Bruno vol overtuiging. De zin "Ram it up your poop chute!" is toebedeeld aan zanger Gerrit Eijkelboom, die de blikvanger is centraal op het podium. Hij beschikt over het ideale timbre voor de Zappa mix van “story telling with comical and sexual appeal”, waaraan wij een randje arrogance willen toevoegen. Dat komt goed tot zijn recht in ‘Carolina Hard-Core Ecstasy’. Hij is ontspannen en losjes, nooit overdreven of extravagant. Een beetje nuchter, soms zelfs een beetje ontnuchterend, met zijn teksten voor zich op de lessenaar.
Robin Boer
Robin Boer, de andere, nieuwe zanger van 2000 Motels die ook keyboards speelt, doet alles uit het hoofd, maar is op zijn beurt nog enigszins zoekende naar zijn ideale houding. Hij lijkt meer op zijn gemak achter zijn keyboardstands, die vreemd genoeg achteraan staan opgesteld, zodat hij telkenmale omslachtig naar voren moet navigeren en na zijn zanglijnen in allerijl terug naar de toetsenburcht benen. Maar hij is pas begonnen en schijnt groeiende te zijn in zijn rol up front, dus dat belooft wat voor de volgende concerten. Boer beschikt over een imposant groot stembereik, wat van pas komt in de harmonieën, maar ook in de groteske stemmetjes die in elk Zappa-nummer plotseling uit de lucht vallen, zoals in ‘I Don't Wanna Get Drafted’. Hij strooit met uithalen, zowel met de kopstem als belting vanuit de roepstem. Zijn lenige lead in ‘Oh No’ (dat compleet met ‘Son of Orange County’ en ‘Troubles Every Day’ in suitevorm werd uitgevoerd), was in onze oren -samen met het prikkelende ‘Ms. Pinky’- het hoogtepunt van de avond. Zijn uitspraak verraadt een voorliefde voor de Engelse tongval, zoals gebruikelijk in de Britse progressive scene, wat enigszins haaks staat op het Amerikaanse Zappa jargon. Die vibratoloze, percussieve doch lyrische ‘gentlemanlike’ vocalen als in Yes en Genesis, zijn Boer op het lijf geschreven. Het geeft 2000 Motels een subtiele Canterbury twist, die Zappa nu eenmaal ontbeert.
Analoge synthesizer
Daarbij speelt Boer een handig woordje analoge synthesizer, onder meer solistisch in de reggae-uitvoering 'Sharleena'. Dat daarbij het calvinistische axioma Less is More met voeten getreden wordt zal Boer worst wezen. “Altijd maar die gitaarsolo’s…” aldus de vriendelijke reus na afloop, “er moet meer analoge synthesizer in de muziek en dan niet lafjes en zuinigjes op de achtergrond, maar snoeihard op de voorgrond en zo lang mogelijk!” Het publiek beantwoordde het oscillator-geweld met gejuich. Zoals het hele optreden van 2000 Motels, dat besloten werd met een lekker kwartetje ‘Uncle Remus’, ‘Peaches en Regalia’, ‘Flakes’ (met de grappige Bob Dylan-parodie van Adrian Belew verdienstelijk gebracht door Eijkelboom, evenals de ijzingwekkende mondharmonica door gitarist Jan van der Veen) en ‘Broken Hearts Are For Assholes’, gewaardeerd werd met ovationaal applaus en ‘we want more’ geroep.
Met grote haast werd ‘Tell me you love me’ ingezet, als toegift op het schier eindeloze concert, waarvan de eerste helft al ruim vijf kwartier in beslag nam. En dan te weten dat de band wegens tijdnood enkele nummers van het programma had geschrapt en sommige stukken in hoog tempo had uitgevoerd. Naar verluidt spelen ze die andere nummers (waaronder ‘San Ber’dino’) wel in Harderwijk, waar we de band wederom gaan meemaken. Hopelijk in plaats van de tongue in cheek bluegrass en blues-nummers, die naar onze smaak iets teveel vertegenwoordigd waren in het repertoire tijdens de eerste set. En misschien een tandje erbij in ‘City of Tiny Lites’, dat vanavond wel een beetje tam werd gespeeld, zeker in vergelijking met het extreem energieke geweld van Zappa, Belew, Marsh en Bozzio.
[PJ_©STAB]
Set 1
The Torture Never Stops
Can't Afford Your Shoes
Magic Fingers
Camarillo Brillo
Ms. Pinky
Bamboozled by Love
Carolina Hard-Core Ecstasy
Society Pages
Village of the Sun
I Don't Wanna Get Drafted
City of Tiny Lites
Penguin in Bondage
Set 2
Catholic Girls
Crew Slut
Oh No / Son of Orange County / Troubles Every Day
Let's Make The Water Turn Black
Sharleena
Uncle Remus
Peaches en Regalia
Flakes
Broken Hearts Are For Assholes
Tell Me You Love Me