Magma in Zoetermeer
Cultuurpodium De Boerderij, Zoetermeer
14 oktober 2016
tekst: Storm Bakker
Cultuurpodium De Boerderij, Zoetermeer
14 oktober 2016
tekst: Storm Bakker
Fancis Linon & Stormvogel, Boederij Zoetermeer, 14 okt 2016
Magma, de legendarische Franse groep van de visionaire drummer/componist Christian Vander, waarover al zoveel gezegd en geschreven is, herrees als een feniks uit de as in 1996. Er verschenen sindsdien diverse albums met nieuw werk (‘Slag Tanz’), oud werk dat nog nooit was opgenomen (‘Köhntarkösz Anteria’ en ‘Ëmëhntëhtt-Ré’) en oud werk dat opnieuw werd opgenomen (‘Rïah Sahîltaahk’). Van de tientallen concerten in de intieme thuishaven Le Triton (Parijs) verscheen een vijfdelige reeks op DVD waaraan ook enkele helden uit het verleden medewerking verleenden. De zogeheten ’Endless Tour’ die Magma vervolgens inzette, bracht de groep sindsdien langs zalen in Frankrijk, Duitsland, Engeland, Spanje, Verenigde Staten, Chili, Mexico, China, Australië en Skandinavië. In Nederland werden festivals aangedaan als Music Meeting (2010), Roadburn (2012) en Le Guess Who? (2015), maar 14 oktober 2016 stond in De Boerderij te Zoetermeer de formatie niet op een festival maar autonoom op het programma. Het was voor ondergetekende alweer de 32ste keer een concert van Magma bij te wonen en zeker niet de laatste!
Op wereldschaal ligt Nederland onder de rook van Duitsland. Het leek de nieuwe manager van Magma (Europa) een logische stap om Zoetermeer in te passen in de reeks Berlijn, Hamburg, Leverkusen, Stuttgart. Qua afstand is het goed te doen, maar qua professionaliteit, sfeer en beleving zal het de bandleden en crew niet ontgaan zijn, dat Nederland al lang geen gemaanse provincie meer is. Terwijl Magma in Hamburg en Leverkusen uitzinnig en luidkeels werd onthaald en de merchandise-winkel gretig werd leeggekocht, bleef het publiek in Zoetermeer enigszins lauw en kon er nauwelijks een extra aanschaf vanaf. Dat ligt niet aan De Boerderij, de enige concertzaal van Nederland die het aandurft om progressieve rock en jazzrock van kaliber te programmeren en langs die weg een steeds selectiever publiek bedient, volk dat blijft snakken naar de geestverruiming van de jaren zeventig. Het ligt aan de cultuurarme Nederlandse samenleving, waar muziek nooit hoog op de prioriteitenlijst heeft gestaan, i.t.t. de omringende landen. Het is in feite een wonder dat in een land waar de muziekgeschiedenis stilletjes voorbij sluipt en bijna en passant eigen darlings worden gekilled (zoals het Metrolope Orkest), een land waar een componist als Wagner verboden wordt maar de koninklijke familie host op DJ’s, überhaupt nog optredens als in Cultuurpodium De Boerderij plaatsvinden. In heel Nederland zijn inmiddels evenveel jazzclubs als in een enkele Franse of Duitse stad. Op de Nederlandse televisie is één serieus muziekprogramma per week (VPRO/VrijeGeluiden), waarin bovendien ook country en siso aan bod komen; De hautaine Paul Witteman doet ook nog wat op TV, maar kondigt alles wat geen Bach betreft aan alsof het kermisklanten zijn. Zo spreekt hij steevast van “liedjes”, wanneer in werkelijkheid supermusici als Didier Lockwood hun kunsten vertonen. Wat verder doordringt tot de Nederlandse muziekliefhebber is mainstream, bagger en pulp. Nederland is al ruim dertig jaar jaar een residu-depot van de commerciële markt van de UK en VS. Om live te genieten van een uniek genre als ’zeuhl’, zoals dat gebracht wordt door Magma, reist men derhalve liever naar het buitenland.
Zangeres en bandleider Stella Vander, de grande dame achter het genie Christian Vander, noemde De Boerderij in Zoetermeer ”een intieme zaal”, in vergelijking tot de grote venues en festivals die de band tegenwoordig gewoonlijk aandoet, zowel thuis als ver buiten de Franse landsgrenzen. ”You are so close”, zei zij na het overrompelende openingsstuk ’Theusz Hamtaahk’. De zangeres (sinds begin jaren ‘70 aan de zijde van Christian Vander) verklaarde achteraf, achter de schermen, dat Magma de grote werken van toen speelt, om ook een jong en nieuw publiek te bereiken. Het is evenwel juist om de oude volgelingen wereldwijd te bedienen, de zogeheten “magmanen”, dat werken als ’Theusz Hamtaahk’ en ‘Mekanïk Destruktïw Kommandöh’ op het programma staan. Om nieuwe werken te proeven, nodigde Stella het publiek uit naar Parijs te komen, waar in februari 2017 wordt samengespeeld met een orkest onder leiding van de fameuze Franse jazzviolist Didier Lockwood, die 40 jaar geleden als ongekend talent groot werd onder auspicium van maître Vander en daarna de wereld veroverde. Op het programma staat dan naar verluidt ‘Slag Tanz’, gecomponeerd door Vander tussen 2009 en 2014, en in deze periode ook live uitgevoerd, telkens in de dan geldende staat van voltooiing.
In Zoetermeer stonden twee volledige bewegingen van de eerste trilogie op het programma, bij elkaar zo’n 100 minuten overdonderend muzikaal geweld, tot in de perfectie uitgewerkt en uitgevoerd door de huidige line up. Daarbij zijn extra passages in het begin, midden en einde zelfs achterwege gelaten. Het openingsstuk was ‘Theusz Hamtaahk’, dat zich met voortdurende 16den ghostnotes op de snare laat aanhoren als een voortschrijdende occulte mars naar een ingebeeld, mythisch front. Dit stuk neemt al met al 40 minuten in beslag. Het tweede stuk, het bekende ‘Mekanïk Destruktïw Kommandöh’, begint eveneens als een mars, maar ontwikkelt zich met aanzwellende engelenkoren en een trancematige 7/4 tot een grote kosmische finale. De traditionele solo in het midden ('Mekanïk Zaïn', vertolkt door Didier Lockwood op viool in 1975, door James MacGaw op gitaar sinds 1998) wordt tegenwoordig door Christian Vander weer zelf voor zijn vocale rekening genomen. Ofschoon hij niet meer de ultrahoge falset van weleer beheerst, weet hij met Coltraneske stemverbuigingen en geïnspireerde riedels nog steeds de zinnen te prikkelen. Als toegift speelt Magma het energieke en opzwepende ‘Zombies’, een passage uit het tweede deel van de tweede trilogie ‘Ëmëhntëhtt-Ré’.
Het waren deze werken waarmee Magma in ’73 internationaal doorbrak en onder management van de illustere Giorgio Gomelsky in een stroomversnelling kwam en naar de UK en VS reisde, om te spelen met ondermeer de Brecker Brothers. Voor de diehard magmanen zijn de frontmannan van weleer, Klaus Blasquiz en Jannick Top, die met Vander het fundament legden onder het genre ‘zeuhl’, de enige ware zanger en de enige ware bassist van Magma. Blasquiz was als beeldend kunstenaar zelfs zeer bepalend voor het audio-visuele profiel van de groep sinds de oprichting in 1969, de occulte sfeer waarin de groep zich begaf en de eigen taal waarin gezongen werd. Beide heren, inmiddels bijna 70, zullen hierom altijd boven alles vereerd worden, maar het huidige niveau van Magma wordt zelfs voor deze geestelijke vaders -blijkens hun sporadische gastoptredens waarvan wij ook getuigen waren- fysiek een steeds grotere opgave. De werken van Vander zijn van lange duur en van begin tot eind spelen daarbij voortdenderende ostinaten en repetitieve vocale patronen een bepalende, lichamelijk belastende rol. De boel wordt sinds 1997 bestierd door de nieuwe soldaten James MacGaw (gitaar, een alleskunner die inmiddels is gesneuveld door kanker in het hoofd), Philippe ‘Bubu’ Bussonet (bas, een rots in de branding) en Benoît Alziary (vibrafoon, tevens een parachute-springer die voor de duvel niet bang is).
De ondankbare rol om Klaus Blasquiz in het huidige tijdsgewricht te doen vergeten is weggelegd voor Hervé Aknin, een progrock-zanger uit het zuiden van Frankrijk, die zich voor zijn toetreding tot Magma ook wel eens bezondigde aan kleinkunst. De vocalist is uitstekend in de choralen en bezit over voldoende bereik om de extreme hoogten en laagten van de zeuhlzang te treffen, met name in ‘Ëmëhntëhtt-Ré’ en ‘Slag Tanz’. Hij groeit in zijn rol en beschikt over voldoende conditie om dag in dag uit aan het front van Vander te presteren. Een doorleefde kopman als de longobardische Bask Blasquiz, bij wie het zeuhlbloed nu eenmaal door de aderen giert, zal hij evenwel nooit worden. Niemand trouwens. Dat is in de huidige line up van Magma niet eens nodig, aangezien de groep opereert als een eenheid rondom Vander, en geen enkele plaats biedt aan persoonlijk of solistisch showgedoe. Deze eeuwige vergelijking is al eerder enkele zangers welgevallen. De enige zanger die de het aankon was Antoine Paganotti, zoon van Bernard Paganotti, de bassist van Magma in de jaren 75/76 als opvolger van Jannick Top. De bezielde Antoine, die qua stijl overigens meer in de voetsporen van Vander treedt dan van Blasquiz, was vanaf 1999 de vocalist van Magma, totdat hij met zus Himiko en zwager Emanuel Borghi in 2006 eensklaps uit de band stapte. Antoine is –omdat hij ook een virtuoos drummer is- tot op de dag van vandaag de gedroomde hoop voor de toekomst van Magma. Wat dat betreft zien de magmanen het liefst de begeesterde Antoine terugkeren en desnoods met Aknin (en Blasquiz) tegelijk op het podium.
De huidige bandleden zijn inmiddels stuk voor stuk uitgegroeid tot onmisbare pionnen op het zeuhltoneel. Vooral de virtuoze autodidact Philippe Bussonet (bass), liefkozend ‘Bubu’ genoemd, die begin jaren ’90 als tiener al eens mocht proeven aan het grote werk van zijn idolen, groeide sinds de verrijzenis van ‘97 uit tot de rechterhand van de drummende bandleider Vander. Het is dankzij deze ’Erst Luitnant’, dat de oude meester (Vander is bijna 70) elke performance opnieuw in staat wordt gesteld zijn onorthodoxe, avontuurlijke en risicovolle spel te openbaren. Bubu heeft alles in huis wat van node is in zeuhl: behalve de typische ondergrondse fuzz sound, geïntroduceerd en wereldkundig gemaakt in 1973 door Jannick Top (die zijn fretloze bass als een cello in kwinten stemde), is hij behept met een forse dosis toegepaste techniek, ritmisch vermogen, muzikaal inzicht en een bijna onmenselijk accuraat geheugen, gekoppeld aan het uithoudingsvermogen van een topsporter. De bandleden onthulden aan ons meermaals, voorafgaand of na afloop van een concert, dat zij al dan niet middels spiegels op de mimiek en pasjes van Bubu navigeren tijdens de polyritmische passages. Er is buiten de Vanders geen speler in de geschiedenis van Magma, die langer aan een stuk in de band heeft gezeten dan deze stoïcijnse held, die naast Magma slechts obscure Franse jazzrock-projecten doet. Christian Vander kan zich verlaten op een schier boven-natuurlijke, telepathische versmelting van bas en drums, zoals alleen bekend is van levenslange ritmesecties in jazz.
Aan de andere zijde van Vander stond vanaf ’98 de Schots-Franse gitarist James MacGaw zijn mannetje. De virtuoze maar dienstbare multi-instrumentalist, die met Bubu aan de wieg stond van de herrijzenis van Magma, ontbreekt anno 2016 door een ernstige ziekte al anderhalf jaar aan de line up. Hoewel hij op kundige wijze wordt vervangen door de jonge Breton Rudy Blas, hopen de magmanen stiekem op een behouden terugkeer van MacGaw, de beste gitarist die de band ooit heeft gehad. MacGaw, die met Bubu ook de jazzrock-formatie One Shot vormt, speelde in Magma een belangrijke rol als arrangeur van de composities van Vander, die deze doorgaans uitsluitend mondeling overlevert. ”We all have to learn it by ear”, aldus Vander, die het muziekschrift afzweert en partituren van het podium weert. Hij is zoals bekend geen geschoolde intellectueel die muziek concipieert, maar een soort ’channeling medium’ dat de compositie ontvangt uit het hemelserijk, le ciel, oftewel in het Kobaïaans: ‘zeuhl’. De uitwerking van de muziek laat Vander doorgaans over aan zijn soldaten, waarbij hij slechts ’veto’ of ’fiat’ roept. De musici worden in het diepe gegooid en alleen de sterksten komen boven en blijven drijven.
Een van die krachtpatsers is de bezielde en virtuoze vibrafonist Benoît Alziary, die eveneens als arrangeur werkt aan Vander’s oeuvre, met name wat betreft de werken ‘Ëmëntëhtt-Ré’. en ‘Slag Tanz’, stukken die bij tijd en wijle uitgevoerd worden met orkest. Achter de schermen toont hij zijn transcriptie voor orkest op zijn laptop. Benoît Alziary is een thrillseeker pur sang: behalve touren met Magma springt hij al filmend uit vliegtuigen. Aan de overzijde staat de nieuwe toetsenist Jérôme Martineau, die al sinds jeugde leeftijd een voorliefde voor zeuhl aan de dag legt, ondermeer met zijn eigen formatie Ptah. Naast toetsenist is hij drummer en dat betaalt zich uit in ritmisch accuraat toetsenspel in Magma, veel doeltreffender dan de vorige pianist Jeremy Ternoy, een meer akoestische jazzpianist die het zichtbaar zwaar viel de lange passages uit het hoofd weg te zetten. Magma grossiert overigens in toetsenisten van allure: van François Cahen, Mickey Graillier, Benoît Widemann en Patrick Gauthier in de jaren 70, tot en met Simon Goubert, Emmanuel Borghi en Bruno Ruder in de jaren daarna. Van hen was overigens alleen Benoît Widemann een echte pionier op het gebied van (analoge) synthesizer, volgens sommige magmanen een gemis in de huidige bezetting (net als viool).
Magma heeft sinds jaar en dag een zweem van ongenaakbaarheid, vanwege het enigszins sinistere imago, maar de musici en crew zijn in werkelijkheid juist zeer voorkomend, vriendelijk en familiair met elkaar, maar ook met het internationale leger van liefhebbers, die geen fans zijn maar ‘genoten’, of: volgelingen, broeders en handlangers, door Stella Vander liefkozend ”de familie” genoemd. De bandleden mengen zich doorgaans voorafgaand en na afloop van het concert onder hen, om bij te praten. De aimabele sound engineer en manager Francis Linon (vroeger van Gong) is een warmbloedige verbindingsman in het netwerk. Hij kon in De Boerderij naar eigen zeggen goed uit de voeten met de digitale tafel. ”It was an easy concert”, meende hij. Na Zoetermeer reisde Magma -door ons op de voet gevolgd- weer naar Duitsland om de zalen plat te spelen in Leverkusen en Stuttgart.
[©PJ_STAB]
Van dit concert verscheen een aangename recensie door Emiel op Unique Radio