Klaus Schulze
Naast Tangerine Dream is Klaus Schulze degene die beeldbepalend is voor de Berlijnse School, de verzamelnaam voor oorspronkelijk uit Berlijn afkomstige bands/musici die het klassieke rock-instrumentarium in een vrij vroeg stadium aan de straat zetten en een volledig elektronisch muziekconcept bedachten. Hij is volgens Reetze ook de musicus die de Moog-synthesizer en andere elektronica het meest compleet beheerst en vanuit een rock-achtergrond (hij begon zijn loopbaan als rock-drummer) in zijn muziek toepast. Schulze probeerde de gecompliceerde Moog-synthesizer echt te doorgronden, was ook niet enthousiast over de later ingevoerde en door veel prog-bands gebruikte Minimoog - die door de eenvoudiger opzet leidde tot een beperkt aantal ‘standaard-sounds’, precies het tegenovergestelde van wat met het instrument oorspronkelijk beoogd werd.
[Noot van de redactie: Klaus Schulze overleed op 26 april van dit jaar 2022.
Lees hier
In Memoriam Klaus Schulze op deze website
]
Zoektocht
Met de muziek van Klaus Schulze en Tangerine Dream in gedachte vraagt Reetze zich af hoe het komt dat het juist Duitse bands moesten zijn die een eigen stijl van elektronische muziek ontwikkelden, die vervolgens een van de typische kenmerken van krautrock zou worden. Waarom konden de Britten en Amerikanen precies op dit vlak overvleugeld worden? Volgens Edgar Froese van Tangerine Dream komt het doordat Duitse musici decennia lang niet in staat waren om te doen wat Amerikaanse en Britse bands deden; bij de Duitsers zou het aan intensiteit en muzikale feeling ontbreken, met name als het gaat om ritmische groove en technische finesses. Froese is van mening dat Duitse musici hier minder hard aan werken en ook terugvallen op andere tradities van muziek beluisteren en beoefenen; veel Amerikaanse musici kwamen van jongs af aan in aanraking met muziek van de Afro-Amerikaanse bevolking. Het louter naspelen van onbereikbare voorbeelden kon daarom voor de jonge Duitse garde uiteindelijk alleen maar onbevredigend zijn. Dit besef leidde tot een koppige zoektocht naar een ander soort originaliteit. Eén daarvan was het concept van de puur elektronische muziek.
Groove
Voor wat het waard is, probeert Reetze vervolgens Duitse musici en bands te noemen, die wel kunnen grooven en swingen; hij komt niet verder dan Passport, Atlantis en Randy Pie. Iedereen die zich wel eens heeft ingelaten met de muziek van CAN, NEU!, Faust of Embryo zal echter beamen dat deze groepen wat betreft ritmische groove weinig te vrezen hebben van welke Amerikaanse band dan ook. Sterker nog: zij worden door tal van Amerikaanse en Britse musici als voorbeelden genoemd. Zo raar kan het lopen.
Het klopt dat ook The Byrds, The Monkees en Stevie Wonder de Moog-synthesizer gebruikten (Reetze vergeet even Keith Emerson te noemen), maar zij probeerden volgens de auteur allemaal de synthesizer en andere elektronische instrumenten in hun muziek te integreren, terwijl Tangerine Dream c.s. het klassieke rock-format vaarwel zeiden en muziek ontwikkelden die volledig was toegesneden op deze nieuwe elektronica, muziek die werd voortgestuwd door korte tonale sequenties, ingebed in harmonische en melodische klanken uit de synthesizer en mellotron, soms afgewisseld door passages zonder ritme, eindeloos uitgestrekte akkoorden en pure klankexperimenten. Voilà de betekenis van de Berlijnse school.