SPECIAL / BOEK RECENSIE
JAN REETZE
TIMES AND SOUNDS
Germany’s Journey from Jazz and Pop to Krautrock and Beyond (Halvmall 2020)
Tekst: Laurent Sprooten
[Deel 3]
ECM
Als een soort intermezzo beschrijft Reetze vervolgens de productiefactoren van de krautrock: de onafhankelijke producers en studio’s, die ervoor zorgden dat er een technisch en creatief klimaat ontstond, waarin het eigen geluid van de nieuwe, vooruitstrevende Duitse muziekscene zich kon ontwikkelen. Ook hier was de jazz weer voorloper met de MPS-studio van Hans Georg Brunner-Schwer en diens producer Joachim-Ernst Berendt, een van de bekendste jazz-critici van de jaren zestig en zeventig. In de MPS-studio werden hoogwaardige opnames gemaakt van Amerikaanse jazzgrootheden als John Coltrane, Miles Davis, Bill Evans en Freddie Hubbard, maar ook van de moderne Duitse jazz-scene (Wofgang Dauner, Joachim Kühn, Albert Mangelsdorff). De belangrijkste Duitse jazz-producer is natuurlijk Manfred Eicher die met zijn ECM-label vanaf 1969 nieuwe kwaliteitsnormen opstelde, maar ook de jazz als Europese innovatieve stroming op de kaart zette. Ook hij had in zijn stal zowel Amerikaanse musici (Gary Burton, Jack DeJohnette, Pat Metheny) als een onuitputtelijke reeks Europese acts (o.m. Terje Rypdal, Jan Garbarek, Eberhard Weber).
Een belangrijke studio was de Beatstudio in West-Berlijn, oorspronkelijk de oefenruimte van de activistische band Agitation Free. Het was een gesubsidieerde studio, waar bands als Tangerine Dream, Ash Ra Tempel en Guru Guru hun eerste albums opnamen. De fameuze Hansa Studio, waar later o.a. David Bowie, Iggy Pop en U2 zouden bivakkeren, was in de vroege jaren zeventig vooral van belang, omdat deze de grote modulaire Moog synthesizer van producer Peter Meisel herbergde (gekocht van Mick Jagger). Verder waren natuurlijk de Inner Space Studio van CAN en de Kling Klang Studio van Kraftwerk echte creatieve hotspots, maar deze studio’s werden vrijwel alleen gebruikt door de bands zelf.