SPECIAL / BOEK RECENSIE
JAN REETZE
TIMES AND SOUNDS
Germany’s Journey from Jazz and Pop to Krautrock and Beyond (Halvmall 2020)
Tekst: Laurent Sprooten
[Deel 2]
Psychedelisch
Amon Düül was in het begin een zootje ongeregeld, voornamelijk bestaand uit non-musici, woonachtig in een commune die zich als een kunstcollectief wilde manifesteren. Sommige bandleden konden wat akkoorden op de gitaar voortbrengen, anderen hielden het bij de bongo’s of wat er maar aan percussie voorhanden was. Toch was er iemand met invloed, die hier potentieel in zag: Peter Meisel, nota bene een Schlager-producer. Hij was net een eigen label gestart, Hansa Music Productions, en in 1968 contracteerde hij op het festival Essener Songtage onder meer de bands Amon Düül, Tangerine Dream en Birth Control. Op een of andere manier speelde Meisel het klaar om met het nauwelijks aan te sturen Amon Düül opnames te maken: hij zette ze in de studio en nam op wat er gebeurde. Het resultaat was Psychedelic Underground, een ongecoördineerd, spontaan, overstuurd en psychedelisch uitroepteken.
Volgens Jan Reetze plegen sommige krautrock-diehards met eerbied over Psychedelic Underground te spreken, hijzelf noemt het ‘one of the lousiest albums ever produced’. Van deze sessies werden later nog twee albums uitgebracht, iets meer genietbaar dankzij een betere post-productie. ParaDieswärts Düül uit 1970 was in muzikaal opzicht een stap voorwaarts dankzij de medewerking van o.m. John Weinzierl en Christian Thiele die allebei naar de inmiddels gestarte afsplitsing Amon Düül II waren vertrokken. De plaat werd uitgebracht op het label Ohr van journalist/producer Rolf-Ulrich Kaiser, die nog een hele reeks albums van krautrock-bands (o.m. Popol Vuh, Tangerine Dream, Ash Ra Tempel, Klaus Schulze, Guru Guru) zou uitbrengen.
‘Everybody is an artist’
De koers die Amon Düül voer, was een tijdsein. De idee dat iedereen muziek en daarmee een statement kan maken, was een soort uitwas van de fameuze uitroep van kunstenaar Joseph Beuys: ‘Everybody is an artist’, die daarmee niet bedoelde dat iedereen als Rembrandt zou kunnen schilderen, maar dat de maatschappij als ‘social sculpture’ ook als een levend kunstwerk kon worden gezien. En iedereen die in welke vorm dan ook actief bijdroeg aan deze sculptuur, bijvoorbeeld als timmerman, kassajuffrouw of muzikant, kon als kunstenaar betiteld worden. Het was dit misverstand dat al kort na de Essener Songtage leidde tot een breuk waarbij o.m. gitarist Chris Karrer, zangeres Renate Knaup en organist Falk Rogner de afsplitsing Amon Düül II oprichtten, waarin artistieke toewijding meer op de voorgrond stond.