In memoriam Clarence James Becton (Eghosa), 1933 – 2022
Op vrijdag 24 juni is de Amerikaanse jazzdrummer Clarence Becton overleden in het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis in Amsterdam-West. Hij werd 88 jaar oud. Becton heeft ruim veertig jaar in Amsterdam gewoond, sinds 1981. Hij speelde met vele grote namen uit de jazzgeschiedenis, onder anderen Jon Hendricks, Coleman Hawkins, Joe Henderson, Thelonious Monk, Mal Waldron en Woody Shaw – maar de lijst is veel langer.
Becton wordt geboren in 1933 in het gehucht Fitler, Mississippi, in de deep south van de Verenigde Staten, waar rassensegregatie en -discriminatie op dat moment overheidsbeleid zijn. “In Fitler had je geen stromend water, telefoon of electriciteit”, aldus Becton. “Voor een bezoek aan de dokter moest je 20 mijl reizen per ezelskar. Omdat er geen scholen of schoolbussen waren voor zwarte kinderen, moesten mijn broer en ik drie mijl lopen door bossen en moerassen, bevolkt door dodelijke gifslangen en andere serieuze gevaren. Vervolgens kwamen we bij een kerkje, één kamer groot, waar iemand uit de lokale gemeenschap die kon lezen, schrijven en rekenen ons onderwees.”
Becton komt via de kerk voor het eerst in aanraking met muziek. In het nabijgelegen dorp Cary ziet hij straatmuzikanten blues spelen. Hij wil ook gitaar spelen, maar er is geen geld om er één te kopen. Op 10-jarige leeftijd probeert Becton zelf een gitaar te bouwen van hout, spijkers en draad. Het lukt hem echter niet een bespeelbaar instrument te maken.
In 1945 verhuist Becton met zijn oom en tante naar Buffalo, New York. Het is de tijd van de massamigratie van Afro-Amerikanen uit het zuiden naar het noorden van de VS, waar de rassenwetten minder stringent zijn. In Buffalo studeert hij electrotechniek aan de hogeschool. Luisterend naar een lokaal radiostation wordt hij gegrepen door de drums. Hij koopt een paar drumsticks, begint te oefenen op een zelf geïmproviseerde drumset en speelt mee met de radio. Later neemt hij drumles bij een klassieke percussionist, die hem leert noten lezen en hem de basisprincipes van ritmiek bijbrengt. Spelen op een drumset leert hij door de grote namen te observeren tijdens optredens. In 1953 koopt Becton voor het eerst een elementair setje met een bass- en snare drum, ride cymbal en hi hat. Hij heeft een maand om te oefenen voor het eerste optreden. Na ongeveer een jaar rhythm & blues spelen op dansfeesten, wordt Becton gevraagd voor een jazzkwartet en begint zijn carrière als jazzdrummer.
Krap tien jaar later, in 1965, vraagt zanger Jon Hendricks, die voor een aantal optredens is neergestreken in Buffalo, hem mee op tour. Dit is voor Becton een kans om aan de benauwende provinciestad te ontsnappen – zijn internationale carrière neemt een vlucht.
In 1970 speelt Becton een serie optredens met Thelonious Monk in de Both/And Club in San Francisco. Monk vraagt hem vervolgens mee op tour, maar Becton kiest ervoor om zijn muziektheoriestudie af te maken, waarvoor hij destijds naar San Francisco is gekomen. Deze beslissing tekent Becton als professional én als eeuwige student.
In 1983 – Becton woont inmiddels in Amsterdam – treedt hij in dienst als drumdocent bij het Conservatorium in Den Haag. Deze functie zal hij vervullen tot hij in 1998 met pensioen gaat.
In de ruim veertig jaar dat hij in Amsterdam woont, speelt Becton met tal van muzikanten, waaronder Burton Greene, Patrick Sedoc, Charli Green, Benny Bailey, Leonard Jones, Frans Elsen, Rachel Gould, Gijs Hendriks, Armando Cairo, Ghasem Batamuntu, Arnold Klos, Brian Leinwand, Robert Rook, Sean Bergin en Jarmo Hoogendijk. In zijn latere jaren, Becton is dan al 78, treedt hij nog met enige regelmaat op met een kwartet met Thomas Winther Andersen, Timothy Banchet en ondergetekende. Het is zijn laatste band. Rond 2017 besluit Becton te stoppen met spelen en wordt hij getroffen door een slopende ziekte.
Becton heeft zijn hele leven gezocht naar vrijheid en (muzikale) autonomie en hij heeft zich weten op te werken tot een meesterdrummer, die met de allergrootsten het podium deelt. Zijn muzikale integriteit, menselijke eenvoud en vermogen om tijdens het musiceren echt te luisteren, blijven van waarde voor hen die hem hebben gekend of met hem gespeeld hebben. Bijna altijd is er in zijn spel die karakteristieke triplet feel, de hartslag van de Afro-Amerikaanse muziek. Nederlandse drumcollega's als John Engels, Eric Ineke en Joost Kesselaar, maar ook jongere muzikanten, roemen allen zijn spel en integriteit.
Op vrijdagmiddag 24 juni bezoeken een paar bevriende muzikanten Becton op zijn ziekbed. Ze draaien oude opnames en spelen op de instrumenten die ze hebben meegebracht. Ze drukken Becton, die ernstig verzwakt is en nauwelijks nog kan spreken, twee drumsticks in handen. Hij grijpt ze vast en zal ze niet meer loslaten.
Rust zacht oude strijder.
Olaf Zwetsloot, Amsterdam 30 juni 2022
Met dank aan Barbara Ina Frenz