R E V I E W
UNDER THE SURFACE
10 fevb 2022 | Thiemeloods, Nijmegen
"Betovert met taal- en klankexperimenten"
Tekst: Laurent Sprooten
Beeld: Emil Roes
Exact op de dag vóór de release van de nieuwe cd Miin Triuwa opende Under The Surface in Nijmegen zijn tournee langs Nederlandse, Belgische, Duitse en Engelse podia. Het publiek kon dus niet met een geluidsdrager naar huis, maar was wel getuige van een enerverend, spannend en ook wel gewaagd optreden. De band die normaal wordt gevormd door het trio Sanne Rambags (zang), Bram Stadhouders (gitaren, geluidsmanipulatie) en drummer Joost Lijbaart, is voor deze tour uitgebreid met de Belgische bassist Lennart Heyndels en de Nederlandse zangeres Annabel Laura die niet alleen voor extra vocalen zorgt, maar ook het instrumentarium uitbreidt met akoestische gitaar, keyboard, citer, percussie en een pietepeuterig xylofoontje. Een flinke uitdragerij dus op het podium in de Thiemeloods. Maar dat podium wordt niet meteen helemaal bevolkt. Under The Surface speelt eerst in triobezetting voor de pauze een korte, geheel geïmproviseerde set.
Die gaat meteen zonder aarzelen van start met zachte, doch indringende prevelementen van zangeres Sanne Rambags, die onderweg worden ingebed in het logge ritme van Joost Lijbaarts laag dreunende basdrum. Te midden van deze eerste schermutselingen brengt gitarist Bram Stadhouders door middel van een laptop en een verzameling pedalen een geheel nieuwe dimensie aan in het geluidsbeeld. Wat hij op zijn elektrische gitaar voortbrengt, kan hij als echoënde, ruimtelijke soundscapes terug laten klinken via de zaalboxen. En dat houdt hij het hele concert vol (hij kan waarschijnlijk niet anders). Wat een kolossale breinactiviteit, denk je onwillekeurig, vooral omdat de muziek je als luisteraar voortdurend in vervoering brengt als je niet oppast, waardoor je eigen brein als het ware uitgeschakeld wordt.
Blindelings
Dat Under The Surface al zeven jaar gezamenlijk improviseert, is niet alleen goed te horen, maar ook goed te zien. Men lijkt elkaar blindelings te vinden in het samenspel dat zich gaandeweg ontwikkelt tot een organisch opgebouwde reeks van muzikale scènes die qua dynamiek en sfeer flink contrasteren, maar toch naadloos in elkaar overlopen. De overgangen ontstaan bijna onmerkbaar, bijvoorbeeld als er door de drums een klein waaierend gitaarmotiefje wordt overgenomen, uitgebouwd en gevarieerd tot er uiteindelijk een nieuw ritmisch bouwwerk is ontstaan, dat weer tot solo-exploraties leidt. Het voortdurend bewegende, maar niet stuiterende of abrupt verschietende geluidspectrum heeft een bereik van fluistertoon tot code rood. In zekere zin is de improvisatie cyclisch, uitbarstingen worden aangekondigd en doven ook weer uit, opwinding wordt gezamenlijk gecreëerd en opgezocht, maar deze maakt dan weer ruimte voor een blik naar binnen en een fijnzinniger klankbeeld.
Energie
Zangeres Sanne Rambags is niet alleen door haar melodische inlevingsvermogen en haar ongebreidelde energie mede bepalend voor de improvisaties van Under The Surface. Op de met strijkstok aangestreken waterharp, een met water gevulde dichte schaal met opstaande stalen pennen, brengt zij tonen voort, die van een andere wereld afkomstig lijken. Überhaupt kom je met Under The Surface bijna uitsluitend op plekken die je nog nooit hebt gezien, maar waar je ook niet meer vandaan wilt.
Oudnederlands
En dat gevoel blijft hangen als na de pauze de band is aangevuld tot een kwintet en het nieuwe album Miin Triuwa gespeeld wordt. De acht stukken zijn geschreven door Bram Stadhouders die hiermee de improviserende geest van de band in handzame liedstructuren vastlegt. En die improviserende geest bedient zich van de meest uiteenlopende muzikale invloeden, waarbij de connectie met Keltische en Scandinavische folk het meest in het oog springt. Dit wordt in de hand gewerkt door de klank van de door Sanne Rambags geschreven songteksten. Waar zij in de improvisaties voornamelijk woordloos zingt, haar stem dus puur als instrument gebruikt, waagt zij zich in het nieuwe repertoire aan het Oudnederlands, dat wil zeggen, in haar teksten gebruikt zij woorden en zinsconstructies die in bronnen uit de vroegste fase van het Nederlands zijn teruggevonden, zoals de Egmondse of Leidse Willeram uit ca. 1100, een Nederfrankische versie van een Oudhoogduitse interpretatie van het Bijbelse Hooglied.
Exotisch
Het klinkende resultaat is bijna te mooi om waar te zijn. De thorn-klank (de Engelse ‘th’), de geaspireerde ‘k’, de harde ‘ch’ voor en na een open klinker, de prachtige tweeklanken die eindigen in een ‘w’, het klinkt allemaal buitengewoon exotisch, terwijl je luistert naar een voorstadium van je eigen taal! Die qua klank dus overeenkomsten blijkt te vertonen met Gaelic en verschillende Noordse talen.
Trance-ritme
Net als in de improvisaties beweegt de dynamiek van Under The Surface zich tussen extreem ingetogen en uitzinnig. Het eerste stuk Bure Thill Northwint begint in een mooi geroffeld, slepend ritme over een aangehouden tweeklank van het harmonium, die de ondergrond vormt voor een staccato gezongen melodie met prachtige intervallen. De opgebouwde extase valt stil, waarna de akoestische gitaar een nieuwe spanningsboog begint. In het heftige folky nummer Vrohta Endi Bivunga is de samenzang van Sanne Rambags en Annabel Laura bijzonder fraai, net als de gitaarsolo van Bram Stadhouders die van verre associaties oproept met de vroege Mike Oldfield. Het abrupte einde van het stuk in de fel gezongen laatste lettergreep is een effectief show-element. In Sunna Wilsheida wordt de Keltisch aandoende harmonie tussen zang, harmonium en cavaquinho ineens van een Afrikaans trance-ritme voorzien, waarbij drummer Joost Lijbaart de balafoon bespeelt. Fraai en meeslepend.
Muzikale vrijheid
Hoewel veel stukken ergens wel elementen bevatten, die aan folk of beter gezegd etnisch-traditionele muziekvormen doen denken, blijft Under The Surface door de grote muzikale vrijheid en de onbedwingbare neiging tot improviseren een band die zich niet aan een genre verbindt. De houding is in feite hardcore-impro, de muzikale uitkomst kan van alles zijn. Bands die in het verleden
misschien iets vergelijkbaars hebben gedaan, zoals het Schotse Mouth Music of de Russische Farlanders, kwamen uiteindelijk toch in een stramien terecht en dat kan van Under The Surface na zeven jaar bepaald niet gezegd worden. Als er al naar een voorloper verwezen zou kunnen worden, dan misschien naar de band Oregon rond gitarist Ralph Towner, allemaal eersteklas improvisatoren, zowel beïnvloed door oude muziek als door de avant-garde. Met een beetje goede wil valt bijvoorbeeld in het stuk Reinon Githankon (zuivere gedachte) de geest van Ralph Towner te ontwaren, niet in de laatste plaats door Bram Stadhouders’ complex geaccentueerde, tokkelende gitaarspel dat een grote ruimtewerking heeft.
Nieuw evenwicht
Het is een grote stap die Under The Surface zet. Na twee albums met voornamelijk geïmproviseerde muziek nu een nieuw album de wereld insturen met gedegen composities en een bijna wetenschappelijk aandoend tekst-project. En niet te vergeten een nieuw evenwicht zoeken als kwintet op het podium. De eerste resultaten mogen er zijn: de combinatie met de twee nieuwe musici zorgt voor extra ritmische power en een nog rijker klankbeeld, ook door de prachtige manier waarop de samenzang in veel stukken tot zijn recht komt.
[PJ_LS_2022]