SPECIAL
TON SCHERPENZEEL
Fakkeldrager van de Nederlandsche Sympho Rock
tekst: Storm Bakker (m.m.v. Robin Boer) | oktober 2021
Ton Scherpenzeel behoeft nauwelijks introductie, zeker niet op een website als deze. Altijd -en ook nu- volgt er op die woorden desalniettemin een weelderige introductie, gevolgd door een bloemrijk curriculum. En niet onterecht in dit geval. De toetsenist is al een halve eeuw de fakkeldrager van de symfonische rock in Nederland, met de band Kayak, terwijl hij als componist zijn naam kraste in de handpalm van de vaderlandse muziekgeschiedenis. Anno 2021 verrast hij vriend en vijand met twee albums: Out of this World en Velvet Armour.
ProgJazz licht de doopceel van deze illustere artiest, die zowel geschiedenis leeft als schrijft. In dit deel (3) een interview met de maestro.
"Poep moet je doorslikken, niet op kauwen"
DEEL 3
Ton Scherpenzeel | Het interview
Na afloop van het concert in De Boerderij te Zoetermeer maken we eindelijk kennis met de grote man, die tot onze vreugde van een buitengewoon grote geschiedkundige kennis blijk geeft en deze bovendien weet te verwerken in een ongemeen schrandere edoch humorvolle spreektrant. Bovendien is hij even bescheiden als eigenzinnig. Het klikte van meet af aan en tot op de dag van vandaag slingeren we zo nu en dan gekscherende berichten in elkaars richting. Hij verblijft veel in Griekenland, maar als hij weer in Hilversum is moeten we maar eens langskomen. Het is er niet van gekomen. Wel komen we anno 2021 in gesprek over tal van zaken, waaronder de ontwikkelingen rondom Kayak, zijn instrumentarium en zijn liefde voor geschiedenis.
Geschiedenis
Toen Ton Scherpenzeel gevraagd werd om de reprise van de intocht van graaf Willem VI op Texel muzikaal te begeleiden, in 2015, nam hij die kans waar. Het was toen 600 jaar geleden dat de graaf van Holland met zijn dochter Jacoba van Beieren een bezoek bracht aan Texel om het stadsrecht te overhandigen. Scherpenzeel bereidde de graaf een waardige ontvangst met een viertal andere muzikanten onder de naam Velvet Armour.
Scherpenzeel is als componist altijd geïnspireerd geweest door antieke geschiedenissen, legenden en mythologie, blijkens zijn werken Merlin, Cleopatra en Nostradamus. Vanwaar die fascinatie voor de oudheden?
TS: “Ik vind geschiedenis sowieso interessant. Ik heb ook mijn genealogie doorgespit, en dan leer je dus voorouders kennen die leefden en werkten toen Bach nog geboren moest worden. Fascinerend. Door oude kerken en kastelen dwalen, heerlijk, en dan bedenken hoe het vroeger was en dat daar dus eeuwen geleden mensen van vlees en bloed rondliepen die anders maar ook weer hetzelfde dachten en voelden. En nog geen idee hadden welke ellende er in de eeuwen daarna nog moest passeren. Ik lees ook liever verhalen over vroeger eeuwen, of een goeie biografie, dan een thriller of zo. Mythen en legendes zijn vaak gebaseerd op oer-thema’s als liefde, haat, wraak, jaloezie- wat dat betreft is er niks veranderd en wisten die oude Grieken duizenden jaren geleden al hoe de mens zichzelf in de problemen werkt. Ik vind het dan mooi om zo’n verhaal om te zetten naar een song, of in breder verband een rock opera. Het drama in zo’n tekst vraagt weer om een theatrale muzikale benadering, en dat spreekt mij wel aan. Maar een simpel liedje mag ook, het hoeft niet altijd groots en meeslepend. De afwisseling vind ik belangrijk.”
Wij zijn benieuwd naar de favoriete tijdperken en personages in de geschiedenis, die Scherpenzeel in het bijzonder aanspreken.
TS: "Via Merlijn en Arthur en de Graal ben ik bij de Merovingen beland, en daar heb ik me behoorlijk in verdiept. Een fascinerende en meedogenloze tijd, waarbij door de beperkte en zeker eenzijdige historische verslagen nog ruimte is voor je eigen verbeelding. Ik heb zelfs ooit nog overwogen om een rock opera te maken over de strijd tussen Fredegunde en Brunhilde. Dat daar nog nooit een film over is gemaakt verbaast me. Maar Kayak en een rock opera, dat zie ik eerlijk gezegd niet meer gebeuren."
Lees je je in over het onderwerp?
TS: "Irene en ik schrijven de teksten van de rock opera's echt samen en we lezen ons goed in. Voor Merlin baseerden we ons oorspronkelijk alleen op de trilogie van de Engelse schrijfster Mary Stewart. Voor de uitgebreide versie van 2003 lazen we alles wat we konden vinden en pikten datgene er uit waar we iets mee konden. Maar je verdwaalt al gauw tussen al die graalverhalen en ronde tafelridders. Gelukkig houdt Irene me daar bij de les, haha.
Bij Nostradamus hebben we ook veel achtergrond informatie verzameld, maar één boek was toch leidend. Daarin werd Nostradamus als een opportunist en bedrieger neergezet. Leek ons wel interessant om je protagonist meteen maar onderuit te halen. Hij kreeg daardoor als persoon meer menselijkheid en minder holle mystiek, toch een dingetje bij Michel.
Cleopatra was anders, veel serieuzer, en daar hebben we echt nauwgezet de geschiedenis gevolgd voor zover die bekend is. Die was spectaculair maar gaf weinig aanleiding tot humor of relativering. Overigens staan op de Kayak website diverse blogs over de achtergronden en het maken van alle drie de rock opera's."
Instrumentarium
Of het nu theatraal is of klein en simpel, en ondanks de vele bandwisselingen in de loop van de jaren, Kayak heeft altijd die typische klankkleur bewaard, die al stamt uit de beginjaren. Scherpenzeel noemt het zelf “een hardnekkige basisgevoel”… Wij -als buitenstaanders- zoeken het in zijn visie en orkestratie, de klassieke harmonische stemvoering zonder jazzalteraties, de rijke en verrassende melodieën met grote intervallen, iets dat in de meeste populaire muziek vandaag de dag node gemist wordt, altegaarde verpakt in brede arrangementen met als basis piano. Piano is altijd de kern van de Kayaksound geweest. We vragen Scherpenzeel naar zijn mening over electrische piano's zoals de Wurlitzer en de Fender Rhodes.
TS: “Ik gebruik ze soms als toevoeging, kleur, bij opnames, of waar een gewone piano niet volstaat. In het begin van Kayak had ik zelfs heel eventjes een Rhodes als basis-keyboard, als piano, zeg maar. Dat werkte voor mij niet. Te soft, zeker in de wat steviger nummers. Ik speelde mijn vingers aan gort om hetzelfde gevoel te krijgen. Dus dat was snel exit Rhodes. Later kreeg ik een Lawrence piano, zo'n staande met opklapbaar toetsenbord. Klonk goed voor mij, alleen nogal kwetsbaar. Er waren altijd wel wat toetsen die het niet deden. De Yamaha CP70 was wel de oplossing.”
Welbeschouwd is Scherpenzeel sowieso niet zo’n puritein op dat gebied. Zijn sound heeft altijd al geneigd naar de welgetemperde brille en klare van de digitale apparaten in plaats van de grillige temperatuur van de analoge oldtimers, met de gruizige filters, ook al in de tijd dat MIDI nog niet bestond. Zijn originele Minimoog heeft hij opgeborgen. “Die staat inderdaad op zolder, alleen niet aangesloten”, beaamt de pianist. “Eigenlijk moet ie volledig in de revisie en voorzien worden van midi. Maar ik mis hem niet, dus het zal er wel niet van komen. Weet je, ik ging tussen 73 en 81 nooit zonder Minimoog het podium op, maar na 1999 nooit meer met.”
Ook de Mellotron, waar hij vroeger nog wel mee sleepte, maar die in de praktijk zoveel onzekerheid met zich mee brengt, is uit het instrumentarium verdwenen. Van Genesis is het verhaal bekend dat er extra mechaniciens mee reisden om de gevoelige Mellotron dagelijks te repareren. Scherpenzeel geeft evenwel een andere reden.
TS: “de Mellotron ben ik kwijt geraakt na de breuk in 1981. Na Eyewitness bleef de helft van de spullen in Wisseloord achter, ook wat keyboards, en op zeker moment bleken ze onvindbaar. Later hoorde ik dat de band Bettie Serveert onze mellotron zou hebben, maar ik weet niet of dat waar is."
We zagen op internet Scherpenzeel voorbijkomen met een rode Nord onder de handen.
TS: “Ik heb er zelf geen. Als ik er live op speelde was die of gehuurd of geleend. Heel goed keyboard, aanslag is ook lekker (ik sta niet bekend om mijn fluwelen toucher). Hij is multifunctioneel inzetbaar, spreekt me ook aan, hoewel ik hem meestal alleen als orgel heb gebruikt. Daar heb ik nu de Crumar Mojo voor, en die vind ik in dat opzicht nog net wat beter bruikbaar. Alleen, ja, een one trick pony. Dus misschien schaf ik er nog wel eens eentje aan.”
Doet de Korg Triton nog mee?
TS: “De Triton doet zeker nog mee, zolang het kan. Ook die gebruik ik voornamelijk nog voor 1 ding, de strings. Het schakelwerk voor de diverse sounds doe ik op de Fantom. En voor je het vraagt, de D70 is nu echt verleden tijd. Als geluidsbron in mijn homestudio gebruik ik hem nog wel, maar de contactplaatjes onder de toetsen zouden (weer) vervangen moeten worden. Is lastig aan te komen, dus ik moest maar eens gaan kijken wat ik nu mee neem, mochten we weer gaan spelen.”
Soft Brass
We vragen Scherpenzeel naar de mooie softbrass-synthesizer waarmee hij in de studio in Ruthless Queen de piano-akkoorden gedubbeld heeft na het refrein.
TS: “Leuk dat je dat hoort! Het is één van de eerste polyfone synthesizers, een soort luxe Elka string ensemble. Ik ben hem (net zoals de Mellotron) kwijt geraakt na de breuk in 1981. Na Eyewitness bleef de helft van de spullen in Wisseloord achter, ook wat keyboards, en op zeker moment bleken ze onvindbaar. Later hoorde ik dat de band Bettie Serveert onze Mellotron zou hebben, maar ik weet niet of dat waar is. Er zaten trouwens maar twee voor mij bruikbare geluiden op, die softbrass-achtige pad van Ruthless Queen dus, en een soort electronisch spinetje.”
Later vernemen we van Scherpenzeel -die er nog eens in gedoken is- dat het een Korg Polyphonic Ensemble P. uit 1976 was. Een ‘preset-based analog orchestra instrument synthesizer’, die ook gebruikt werd door Vangelis, Tangerine Dream en Jean Michel Jarre.
Breuk 2014
In 2014 kwam er een einde aan Kayak line-up met Oudshoorn en Reekers, die we zage optreden in De Vorstin en De Boerderij. Het was een van de vele changementen in de bezetting van de band, een bekend fenomeen dat de geschiedenis van Kayak kenmerkt. Soms leken de scheidingen gepaard te gaan met pijn en wrok. We vragen Scherpenzeel of hij nog iets kwijt wil over dit onderwerp of dat hij het verder wel gelooft.
TS: "Dat laatste, eigenlijk. Ik heb er wel over gezegd wat ik kwijt wilde. Ik heb mij recentelijk in een eerder interview laten verleiden tot een soort van uitspraak over de afloop van onze eigen Cleopatra tragedie. Het slechtste wat je kunt doen is via social media enzo je ruzies uitvechten of je gelijk willen halen. Ik ben er echt wel klaar mee, gebeurtenissen die me destijds een hoop slapeloze nachten bezorgden zijn inmiddels verworden tot anekdotes en een tragi-komische verhandeling over groepsdynamiek. Voor de rest: poep moet je doorslikken, niet op kauwen. Zand erover, koeien terug in de sloot en lijken terug de kast in. Ik ben niet haatdragend, waardeer ieders bijdrage aan Kayak en wens iedereen het beste toe. Dat wil niet zeggen dat ik nog met iedereen zou willen werken.”
Kayak herrijzenis 2017
En zo kwam Scherpenzeel in 2017 met een geheel vernieuwde band op de proppen, waarvoor hij advertenties had geplaatst. Een jaar later verscheen Seventeen, een album dat hij (net als Cleopatra) bekostigde met crowdfunding onder de Kayakfans. Speciale gast was gitarist Andrew Latimer van Camel. Zanger werd Bart Schwertmann uit Finsterwolde, voorheen de frontman van Galaxy en in 2000 winnaar van de Soundmixshow met een indrukwekkende uitvoering van de Jesus Christ Superstar-song Ghetsemane. De veelgevraagde Zweedse progbassist Kristoffer Gildenlöw (Pain of Salvation), drummer Collin Leijenaar (Dilemma, Neal Morse) en het nieuwe gitaarwonder Marcel Singor completeerden de band. De langharige mannen zorgden voor een forse hardrock-impuls in het symfonische geluidsspectrum van Scherpenzeel, zo bleek meteen in een optreden bij Max TV. Op alle gebieden bleek er een stevig tandje bijgezet.
Tour met The Flower Kings
In 2019 werd een grootscheepse Europese tournee opgezet, samen met de bekende Zweedse progrock formatie The Flower Kings. Drummer Leijenaar was inmiddels alweer een tijdje vervangen door Hans Eijkenaar, met wie de klik toch beter was. Maar vanwege een plotselinge hartinfarct van Scherpenzeel moest de tournee worden afgezegd, nog voor hij was begonnen. Singor vond daarna onderdak bij The Electric Castle van Ayreon (Arjen Lucassen) en bij Fish, de vroegere zanger van Marillion.
We vragen Scherpenzeel of hij weer helemaal is opgeknapt.
TS: “Ja, in principe wel. Maar sinds mijn hartinfarct zeg ik dat toch met enig voorbehoud- ik zag het destijds volstrekt niet aankomen en voelde me prima. Als ik me nu weer prima voel, is dat wel met in het achterhoofd het idee dat dat dus nog niks zegt.”
Out of this World
En aldus, herrees Scherpenzeel als een phoenix en kwam terug met twee albums. Out of this World 2021 is een Kayak-album in het kader van de ontsnapping aan de wereld. De titeltrack, is gebaseerd op pompende 12/8 arpeggio’s, orchestrale breaks, gillende gitaren en aanzwellende koren, bombastiek met veel verminderde akkoorden en klassieke cadensen, en halverwege een strijkersintermezzo waarna de boel weer opnieuw wordt opgetuigd voor een grandioze finale. Kortom: Progrock pur sang. In het interview bij Radio5 Volgspot, noemde Scherpenzeel het cryptisch een escape song. Wij vragen hem wat hij daarmee bedoelt. Ontsnapping waaraan? De wereld? De huidige wereld? De mensen?
TS: “Alle drie goed. Ruwweg gezegd, een ontsnapping aan de wereld zoals ‘ie aan het worden is en waarvan ik me steeds meer afkeer, merk ik. Ontzettend ingewikkeld, met problemen die ons langzamerhand boven het hoofd aan het groeien zijn en steeds meer gepolariseerd. Ontsnappen dus, om ergens anders met een schone lei opnieuw te kunnen beginnen. Dat is natuurlijk onmogelijk, maar dat is nog geen reden om er geen liedje over te schrijven.”
Velvet Armour
En nu (oktober 2021) komt Scherpenzeel met Velvet Armour, het vijfde solo-album en als zodanig, de opvolger van het prachtige The Lion’s Dream (2013), waar wij van ProgJazz al zo van onder de indruk waren.
lees verder >>>DEEL 4 | Velvet Armour | De review