Bill Evans, Behind the Dikes
The 1969 Netherlands Recordings
Belangrijke aanwinst voor de Evans-discografie
tekst: Kelvin Hogarth
Liefhebbers van Bill Evans hebben de afgelopen jaren hun hart ruimschoots kunnen ophalen: dankzij het onvermoeibare werk van producent Zev Feldman (Resonance Records) en de coöperatie van instituten als het Nederlands Jazz Archief, verschenen het afgelopen decennium maar liefst vijf geweldige uitgaven met nooit eerder (legaal) verschenen triowerk van de pianist uit de periode juni 1968-december 1969, de begintijd van Evans' tweede grote trio (met Eddie Gomez en Marty Morell) en de interessante aanloop daartoe, de zes maanden met Jack DeJohnette achter de drums (een spannende samenwerking die tot dan toe slechts op één album was vastgelegd, het veelgeprezen At the Montreux Jazz Festival).
Achtereenvolgens verschenen op Resonance: Live At Art D'Lugoff’s Top of the Gate (2012), Some Other Time (2016), Another Time: The Hilversum Concert (2017), Evans in England (2019) en Live At Ronnie Scott's (2020). Het betreft hier geen schimmige bootlegs met inferieure geluidskwaliteit en gebrekkige albuminformatie, maar goed verzorgde uitgaves waarbij de oorspronkelijke opnames vakkundig zijn geremastered en alles is voorzien van prachtige foto's en liner notes van autoriteiten als Bert Vuijsje, Marc Myers en de betrokken musici zelf. Bovendien zijn, zo verzekert Resonance Records ons bij monde van Feldman, alle uitgaven dit keer in nauwe samenwerking met de erven Evans en de musici tot stand gekomen, zodat ook zij (zoals het hoort) van de rechtmatige inkomsten kunnen profiteren.
De complete set Nederlandse opnamen uit 1969 van het Bill Evans Trio met Eddie Gomez aan de bas en Marty Morell op drums. Voor het eerst compleet en officieel uitgebracht, in de best mogelijke geluidskwaliteit, en in samenwerking met de erven Bill Evans. Het dubbelalbum verscheen op 23 juli 2021. Te bestellen voor €26,95 bij het Nederlands Jazz Archief.
Evenaissance
We mogen al met al wel spreken van een Evans-renaissance (Evanaissance), zeker nu er dankzij Feldman in samenwerking met co-producent Frank Jochemsen van het Nederlands Jazz Archief op 23 juli opnieuw een boeiende historische release van het Bill Evans-trio is uitgekomen, Behind the Dikes: The 1969 Netherlands Recordings, dit keer op het Spaanse Elemental music. Het gaat om twee verschillende concerten uit 1969 van het trio met Gomez en Morell die in Nederland plaatsvonden, het eerste op 26 maart in de KRO-studio in Hilversum (14 tracks), het tweede veel later dat jaar, op 28 november in het RAI congrescentrum te Amsterdam (6 tracks). Als bonus zijn nog 2 opnamen van 25 maart opgenomen, bijzonder omdat Evans die stukken speelt met het Metropole Orkest onder leiding van Dolf van der Linden.
Een betrouwbare chronologische sessionografie. Scroll naar 15 juni 1968 e.v. om deze nieuw verschenen en eerder genoemde releases concerten in context te plaatsen
KRO-studio
Vooral het concert van 26 maart in Hilversum vormt een uiterst belangrijke aanwinst voor de Evans-discografie, alleen al omdat de muziek die het pasgevormde trio die avond speelde nooit eerder is uitgebracht, zelfs niet op illegale bootlegs. Na de idiosyncratische aankondiging van jazzhistoricus en producer Michiel de Ruyter, die het publiek in de kennelijk wat doodse studio uitnodigt om na de nummers vooral vrijuit te applaudisseren (prachtig tijdsbeeld), volgt het magische moment waarop Evans bedachtzaam en gevoelig het thema van 'You're gonna hear from me' inzet, een nummer van André en Dory Previn uit de film Inside Daisy Clover (1965), dat de pianist vanaf 1967 een tijdje als new standard op zijn repertoire hield. Evans speelt de eerste 16 maten rubato solo en wordt in de bridge voor het eerst vergezeld door Gomez en Morell, waarmee hij naadloos in een swingend midtempo valt. Een rustige start, waarbij Evans slechts één chorus soleert. Tijdens die solo en tijdens het slotthema valt echter gelijk op hoe helder het geluid van deze registratie is en hoe fraai de inventieve baslijnen van Gomez Evans’ verhaal aanvullen en becommentariëren (geen walking, maar talking bass). Ook is duidelijk dat de leden van dit kersverse trio elkaar in de accenten van het thema elkaar al blindelings weten te vinden.
Percussive poet
Het is een nog wat behoedzaam begin, maar al snel blijkt de titel van het openingsnummer een programmatische appetizer voor de rest van het menu te zijn geweest (nomen est omen). In het vervolg van dit geïnspireerde concert worden we getrakteerd op steeds intenser, haast percussief spel van Evans, met in de soli vaak langdurig gebruik van block chords en veel rythmical displacement (vernuftige syncopes) waarbij de pianist alleen maar verder wordt aangevuurd door het stuwende spel van zijn drummer Morell, nu eens met brushes, dan weer met stokken.
Binnen vrij dichte, zelfopgelegde structuren streeft de pianist in zijn rechterhand intussen onafgebroken oprecht naar de Ultieme Melodische Uiting, zoals we dat van hem gewend zijn. De fascinerende tegenstelling tussen de romantische noodzaak tot volledige expressie en de rationele noodzaak om dat vanuit een relatief veilige, gestructureerde harmonische omgeving (en relatief beperkt corpus aan composities) te doen, loopt mijn inziens als een rode draad door (leven en) werk van Evans en levert daarin een creatieve spanning op die vanaf 1966 steeds intenser wordt. Marc Myers, de jazzjournalist die uiterst zinnige bijdragen aan de fraai vormgegeven cd-boekjes van de eerdere Resonance-releases leverde, schrijft hierover in de liner notes bij Some Other Time (2016):
Evans third phase – which I'll call his “percussive poet” years – featured a more robust, confident piano approach with pronounced chord and finger strikes and an increasingly agitated, almost rushed feel. This style began to turn up on Evans’s recordings after the arrival of bassist Eddie Gomez in 1966 and was set by late 1968 with the addition of drummer Marty Morell.
Een dergelijke rusteloze sfeer vinden we bijvoorbeeld in ‘Stella by Starlight’, waar de groep na het eerste chorus van Gomez’ solo (1:17) opeens abrupt het tempo verdubbelt. De bassist maakt zijn solo in dat moordende tempo bewonderenswaardig af, waarna Evans een gedreven en percussieve solo geeft die na twee choruses weer in het oorspronkelijke midtempo belandt (3.30). Tijdens het slotthema vindt dan opnieuw een korte tempoversnelling plaats. Vergelijk dit alles voor de grap eens met de Evans’ broeierige aanpak van dit nummer op At Shelley's Manne-Hole (Riverside 1963), daar nog met Chuck Israels op bas en Larry Bunker op drums.
Met ‘Beautiful love’, een standard die Evans bij mijn weten niet al te vaak live heeft vertolkt, is iets soortgelijks aan de hand. Het nummer wordt hier ten eerste een stuk sneller ingezet dan in de versies die Evans oorspronkelijk voor het vermaarde album Explorations (Riverside 1961) opnam. Nu is de geagiteerde sfeer nog nadrukkelijker aanwezig en wordt er ook simpelweg harder gespeeld. Soms dreigt de boel bijna te imploderen tijdens de solo van Evans, die overigens op geniale wijze wordt gelanceerd door een langdurig pulserende pedal note van Gomez (0:33).
Bij het beluisteren van deze plaat haalde ik misschien nog wel het meeste genot uit dergelijke spontane conversaties tussen de oude meester en de nog jonge Gomez, die in de loop van het concert alleen maar interessanter worden. Nergens (ook niet als Evans openingsthema’s speelt) beperkt de bassist zich tot de traditionele rol van walking en timekeeping. In plaats daarvan gaat hij van begin tot eind de dialoog met zijn medemusici aan, precies wat Evans van zijn triogenoten verwachtte. Bovendien levert Gomez (met zijn sterke dynamiek en uitgesproken sound) op bijna alle tracks lange, geniale soli af die verbluffende virtuositeit vereisen, maar waarin altijd een oprecht, individueel verhaal wordt verteld. Tijdens die soli begeleidt Evans altijd subtiel, de plaatsing van de akkoorden binnen de maat steeds sluw verschuivend. Het beluisteren van de pianist in deze dienende rol (comping) is een genot op zichzelf.
De genoemde stevige nummers worden door het trio fraai afgewisseld met intens gespeelde, harmonisch interessante ballads als ‘Quiet Now’ en ‘Turn Out the Stars’. Het eerste stuk werd gecomponeerd door de pianist/psychiater Denny Zeitlin, het tweede door Evans zelf, ter nagedachtenis aan zijn overleden vader (het prachtige thema hiervan verschijnt voor het eerst in ‘Solo-In Memory of His Father' op uit 1966). Speciale vermelding verdient ook het ontroerende ‘Spartacus' Love Theme’ (dat we hier voor het eerst live te horen krijgen) waarin de pianist zijn melodische kwaliteiten en fijne toucher in volle glorie kan tonen.
Bill Evans, die per jaar zeer veel concerten speelde en zoals vermeld graag vasthield aan een relatief klein aantal composities en bepaalde arrangementen daarvan, zorgde soms ook voor afwisseling door vlak van tevoren een wat minder gangbare standard op de setlijst te plaatsen. In dit geval is dat een korte opbeurende versie van Ellingtons ‘I let a song go out of my heart', die tussen al het muzikale geweld als verfrissende spoom fungeert. Interessant genoeg is dit tot nu toe Evans' enige bekende opname van dit nummer. Gomez lijkt wat verrast door dit abrupte changement de decor en laat zijn bas in het eerste chorus van zijn solo zowaar een keertje lopen.
Af en toe hield Evans de boel ook spannend voor bandleden en publiek door binnen veel gebruikte arrangementen opeens kleine vormveranderingen door te voeren. Hierboven noemde ik al even de onverwachte tempoverdubbeling in ‘Stella’, iets wat in eerder opgenomen versies niet gebeurt. In ‘Someday my prince will come', dat de stevige afsluiting van dit concert vormt, speelt het trio alle choruses afwisselend in ¾ en 4/4 en dat wordt tot het eind volgehouden, ook tijdens de fantastische exchanges met Morell aan het slot (4 choruses extreem opletten geblazen), waarna gelijk het slotthema in 4/4 volgt. Evans paste dit procedé voor zover ik weet voor het eerst toe op ‘How my heart sings', van het gelijknamige Riverside-album uit 1962, daar wellicht beïnvloed door Dave Brubeck. Hij gebruikte dit principe sindsdien sporadisch naar goeddunken in verschillende uitvoeringen van eigen nummers en standards (beluister bijvoorbeeld de studiopname van ‘I'll remember April’ op het album Some Other Time).
Ook ‘Waltz for Debby’, Evans’ vroegste (en meest bekende) compositie krijgt tijdens dit concert een wat andere tijdssignatuur mee, net als op het album Know what I mean met Cannonball Adderley uit 1962. Nadat Evans het prachtige thema in ¾ eerst solo heeft gespeeld, herhaalt de volledige band dit in 4/4, waarna er in datzelfde ritme naar hartenlust kan worden ‘geblazen' en het liefelijke meisje uit de melodie al snel volwassen wordt.
Watch the Bill Evans Trio in concert
Sweden '64 My Foolish Heart 0:00 Israel 4:40 France '65 Detour Ahead 9:09 My Melancholy Baby 14:16
Denmark '70 Emily 23:20 Alfie 27:50 Someday My Prince Will Come 33:05
Sweden '70 If You Could See Me Now 38:33 'Round Midnight 42:30 Someday My Prince Will Come 48:36 Sleepin' Bee 54:21 You're Gonna Hear From Me 58:59 Re: Person I Knew 1:01:56
Denmark '75 Sareen Jurer 1:07:38 Blue Serge 1:13:50 Up With The Lark 1:18:29 But Beautiful 1:25:06 Twelve Tone Tune Two 1:30:19
RAI Congrescentrum
Het optreden van 26 maart 1969 in Hilversum is op zichzelf reden genoeg om deze plaat te kopen, zoveel moge inmiddels duidelijk zijn. We hebben in deze heldere geluidskwaliteit tot nu toe geen vroegere live-registratie van het pasgevormde trio met Gomez en Morell, dat ten tijde van dit concert pas enkele maanden samen speelde (sinds oktober ’68). Live At D'Lugoff’s Top of the Gate (Resonance 2012) bevat Morell’s allereerste volledige livesets bij het trio (die ze reeds op 23 oktober 1968 in de Village Gate speelden) en is muzikaal zeer de moeite waard. De geluidskwaliteit daar is naar mijn mening echter minder goed, vanwege de mindere kwaliteit van de originele live-tapes.
Wat nog volgt op het KRO-concert is echter zeker geen mosterd na de maaltijd, maar een optreden van minstens even hoog niveau. De tweede cd van Behind the dikes biedt ons namelijk nog een zestal geweldige liveopnames van een concert dat het trio veel later in 1969 gaf (op 28 november) in het RAI Congrescentrum te Amsterdam. Deze muziek heeft wel eerder het licht gezien, maar dan alleen in benedenmaatse geluidskwaliteit, op illegale bootlegs als A Jazz hour with Bill Evans (een spotgoedkope cd die ik als arme student in de jaren ‘90 nog dolgelukkig uit het jazzrek van Vroom & Dreesman griste) met in de bijbehorende ‘boekjes' slechts vage indicaties als ‘Recorded in Concert ca. 1969’. Met deze nieuwe uitgave, zoals gezegd in samenspraak met alle betrokkenen geproduceerd, zijn dergelijke misstanden gelukkig vakkundig hersteld.
Behalve prachtige nieuwe versies van ‘Quiet Now’ en ‘Turn Out the Stars’, die met de uitvoeringen van 26 maart kunnen worden vergeleken, valt allereerst een uitstekende snelle versie van ‘Autumn Leaves’ op, een nummer dat na het vertrouwde gesyncopeerde intro en thema van Evans als volledige feature voor Eddie Gomez blijkt te zijn opgezet. Diens solo van maar liefst zes choruses (!) is met zijn soms abstracte en vaak acrobatische figuren een mini-meesterwerk dat in mijn oren veelvuldige beluistering (en een volledige transciptie) verdient. Boeiend om deze versie eens te vergelijken met de klassiek geworden takes op Portrait in Jazz (1960) met de onvolprezen Scott LaFaro. Verder is er ondere andere nog een geladen versie van ‘Very Early’ (na ‘Waltz voor Debby’ Evans’ vroegste compositie), die na een meditatieve start al snel per chorus in een hogere versnelling komt.
[PJ_©KH2021]
Rsd 21 /20P Booklet
Behind the Dikes: The 1969 Netherlands Recordings is the first official release of pianist Bill Evans with Eddie Gomez and Marty Morell captured live in Hilversum and Amsterdam in 1969. The Hilversum recordings feature Evans’ only version of Duke Ellington’s “I Let a Song Go Out of My Heart” known to exist, plus two rare tracks of the trio backed by the world’s leading pop and jazz orchestra, the Metropole Orchestra. Remastered from the original tape reels housed at the Nederlands Jazz Archief, and in cooperation with the Bill Evans Estate, this limited-edition 3-LP, 180-gram set includes an extensive booklet with never-before-published photos; essay by Dutch jazz scholar Bert Vuijsje, plus co-producers Zev Feldman and Frank Jochemsen; and new interviews with Dutch pianist Jan Huydts, Eddie Gomez, Marty Morell and more. LP mastered by the legendary Bernie Grundman and pressed at Standard Vinyl in Canada.
Side A:
1. YOU’RE GONNA HEAR FROM ME
2. EMILY
3. STELLA BY STARLIGHT
4. TURN OUT THE STARS
Side B:
1. WALTZ FOR DEBBY
2. ‘ROUND MIDNIGHT
3. I LET A SONG GO OUT OF MY HEART
Side C:
1. ALFIE
2. BEAUTIFUL LOVE
3. MY FUNNY VALENTINE
Side D:
1. SPARTACUS’ LOVE THEME
2. ONE FOR HELEN
3. QUIET NOW
4. SOMEDAY MY PRINCE WILL COME
Side E:
1. VERY EARLY
2. A SLEEPIN’ BEE
3. TURN OUT THE STARS #2
4. AUTUMN LEAVES
Side F:
1. QUIET NOW #2
2. NARDIS
3. GRANADOS
4. PAVANE