ADAM HOLZMAN

een portret

tekst: Storm Bakker

Adam Holzman foto Diana

Adam Holzman foto Diana

Een portret van Adam Holzman naar aanleiding van het exclusieve concert in de Duycker in Hooffddorp, 10 juli aanstaande.

Adam Holzman bivakkeert al jarenlang in de Top 10 listings van ‘s werelds beste keyboardspelers in de toonaangevende magazines Keyboard, Pulse! en DownBeat. Vooropgesteld: de term “beste” vinden wij een problematische affichering in toonkunst, ook al omdat zulke oordelen niet absoluut zijn maar per definitie afhankelijk van the ear of the beholder. Dit gezegd hebbende, mogen we in elk geval wel concluderen uit de talloze hoge scores in de polls, dat Adam Holzman onder de kenners een grote reputatie geniet als keyboardist en of hij nu “de beste” is of niet, dat dat niets voor niets zal zijn.

In den beginne

Holzman werd geboren in 1958 in New York City, als zoon van Jac Holzman (de geestelijk vader van Elektra and Nonesuch Records). Hij groeide op in California, begon vrij laat met klassiek piano (12 jaar), maar werd gegrepen door rock en culthelden als Ray Manzarek (The Doors), Leon Russell en Dr. John; Vervolgens ontdekte hij Emerson, Lake & Palmer en Yes, zodat hij werd gewonnen voor de progrock, om uiteindelijk in de ban te geraken van de jazzrock dankzij Chick Corea en John McLaughlin (lees: Mahavishnu Orchestra met Jan Hammer). In onze ogen een logische ontwikkeling. Hoe verder men doordringt in deze celestijnse wereld, de mysterieschool van de grote conceptuele verbeelding, hoe vreemder de maatsoorten, hoe rijker de envelope generators, hoe groter de inspiratie om nog verder te gaan, nog dieper te graven, nog hoger te vliegen. Het zette Holzman op de weg naar zijn veelkleurige mix van keyboard georiënteerde progrock, jazzrock en fusion/funk, waarmee hij zijn grote status zou verwerven.

In 1979 richtte Holzman een band op in Los Angeles (Fents genaamd) waarmee hij complexe progrock/jazzrock maakte, compositorisch ongebreideld en tamelijk prestigieus, zoals het jonge honden betaamt, vol naar bombastiek riekende uitstapjes, virtuoze solo’s, ondenkbare unisono licks en weelderige drumfills. Een debuut EP van deze band resteert waarvan via YouTube wat te beluisteren valt. (Fents 1979). Gedurende de jaren 80 ontwikkelde Fents zich, conform de vervloekte tijdgeest, meer in de stijl van GRP fusion met de kenmerkende “tight smooth fusion-sound” uit die jaren. Op dat gebied was de Chick Corea Electric Band al snel niet meer te achterhalen. Met Fents bracht Holzman twee albums uit in de jaren 80. Tussendoor nam hij deel aan de rockvariant van de Duitse koorklassieker “Carmina Burana” van Carl Orff, onder leiding van Ray Manzarek in 1983. De plaat werd geproduceerd door Philip Glass, maar desondanks neergesabeld door de critici als cheesy.

Miles Davis

Deze projecten brachten Holzman vooralsnog geen wereldfaam, maar zijn talent wekte de aandacht van de jonge multi-instrumentalist/soulzanger Randy Hall, die werkte met Miles Davis aan diens come back ‘Man with the Horn’ (80/81) en door de grote trompettist als producer naar voren werd geschoven bij Warner Bros. Via die weg belandde Holzman in de eredivisie van de Amerikaanse fusion en werd hij door Marcus Miller en George Duke betrokken bij het Tutu-project (87), met Miles Davis in de hoofdrol. Adam Holzman speelde de synthesizer in ‘Splatch’, het bekendste en vaak gecoverde nummer van het album.Tutu, oorspronkelijk bedacht als een samenwerking met de snel gerezen popster Prince, stond bol van de synthesizers, sequencers en drum-machines. Het album joeg jazzpuriteinen in de gordijnen (vanwege de overdaad aan technology), gevolgd door de jazzrockers die terugverlangden naar de oude Miles van de jaren 70. Anderen onthaalden Tutu juist als de beste plaat van zijn tijd, die met Rockit van Herbie Hancock uit 1983 definitief een brug sloeg naar de popcultuur. Een kenmerk van die cross-over lijkt vooral de 'orchestral stabs' of 'power chords' op de eerste tel. I've got the power!

Miles Davis nam Holzman daarna mee als ‘keyboarder’ op tournee in zijn nieuwe band, waarin Miles’ neef Robert Irving III een prominente rol vervulde. Terwijl de trompettist de een na de ander verving in die jaren, bleef Adam Holzman vier jaar van kracht; sterker nog: hij ontwikkelde zich tot een leidende figuur in de band, in feite muzikaal leider achter Miles Davis tot diens dood in 1991. Het was eerst in deze tijd, diep in de jaren 80, dat Holzman zich serieuzer boog over de complexe materie die jazz-harmonie in feite is. Een typische jazzspeler zou hij evenwel nooit worden. “I do not consider my musical role to be a keeper of jazz traditions,” aldus Holzman op zijn eigen website. “I try to make entertaining music today, influenced by rock, jazz-rock, funk and a lot of other styles and ideas.”

Sideman with benefits

Dankzij zijn werk met Miles Davis was Holzman zeer gewild als “sideman with benefits”, het muzikale spectrum verrijkend, verheffend en kleurend met schilderachtige pads en synthscapes. Een goed voorbeeld hiervan is zijn samenwerking met meesterpianist Michel Petrucciani, met wie hij enkele jaren tourde ‘Live Umbria jazz Festival’ (1991). Hij werkte ook met Chaka Khan en Robben Ford. In 1992 debuteerde hij eindelijk als solo-artiest onder zijn eigen naam, leidende tot het fusion-album ‘In a loud way’ in 1992. Zijn eigen band (gestart onder de naam ‘Mona Lisa Overdrive’ maar vanwege copyright-kwesties veranderd in ‘Brave New World’) bevatte vooral speelkameraden uit de Chaka Khan Band. Holzman werkte daarna met diverse grote artiesten, waaronder Steps Ahead (1994), Wayne Shorter (1995), Lenny White (1995), Grover Washington (1997-2000), Dennis Chambers (1998) en Wallace Rooney (2000-2004, bekend van Art Blakey's Jazz Messengers, die speelde op Miles Davis’ trompet). In 2005 blies hij zijn eigen band ‘Brave New World’ nieuw leven in, met het album ‘Jazz Rocket Science’ gevolgd door vier live albums. In al deze projecten “the spirit of Miles Davis still looms”, zoals de Canadese jazzrock-schrijver John Jelman het noemt. (bron)

Steven Wilson

Het was de Britse prins van de progrock Steven Wilson (Porcupine Tree) die in 2011 besloot Adam Holzman in zijn groep op te nemen voor zijn eerste grote solotour. Sindsdien is Holzman tot op de dag van vandaag de vaste keyboardist van Wilson, en in die hoedanigheid zagen wij hem met Wilson en onder meer drummer Chad Wackeman optreden tijdens de ‘Night of the Prog Festival 2013, in de illustere Thingplatz ‘Loreley’ aan de Rijn. Holzman speelt op Wilson’s vele albums sindsdien, zoals ‘The Raven That Refused To Sing’ (2013), ‘Hand Cannot Erase’ (2015) en ‘To the Bone‘ (2017), onder meer op de Minimoog Voyager (Performer Edition).

Parallel aan zijn werk met Wilson liet Holzman enkele albums verschijnen. In 2013 verscheen ‘Parallel Universe: Solo Electronic Explorations’, een must have voor liefhebbers van sci-fi synthesizers en soundscapes, gevolgd in 2015 door ’The Deform Variatons’, een solo pianoalbum, bestaande uit 27 improvisaties gebaseerd op compositie van Steven Wilson, opgenomen tijdens de tournee in 2013, waaronder Loreley en Zoetermeer. De stukken zijn uitgevoerd op de Korg SV1, het keyboard dat Holzman als een endorser aanprijst als “a timeless instrument, close to the real thing”. Met name in de grotere concertante setting. Met Steven Wilson leverde Holzman naar eigen zeggen “some spaced-out electric piano” (bron) aan de ‘40th anniversary’ uitgave van het epische rock album ‘2112’ (1976) van Rush. In 2017 verscheen weer eens een 'full band' release van Adam Holzman, waarop Steven Wilson ook op te horen is, maar ook de fretloze bassmeester Mark Egan (bekend van Deodato, Pat Metheny en Elements). Deze plaat wordt inmiddels gezien als een “must-have”.


[PJ_©STAB]