CD-RECENSIE
LYLE MAYS • EBERHARD
"Als God bestaat, dan klinkt Hij zo"
Tekst: Storm Bakker
Soms, heel soms, hoor je muziek die zo goddelijk mooi is dat je alles vergeet; dat twee zachte handen je oogleden toe doen en dat er dito armen om je heen worden geslagen, die je vasthouden en moederlijk wiegen. IJle stemmen masseren je ziel, wikkelen je in een vitrage van etherische klanken en fluisteringen, gaandeweg onherkenbaar doorschijnend; zodat je je overgeeft aan het verschijnende licht, de warme alles doordringende schitteringen, de glans van de stralenkrans; het hele corpus aardse sores en besognes verdwijnt dan als sneeuw voor de zon.
Al luisterende word je opgenomen en weggedragen, naar een hemel vol genade, bevrijding en genezing; en ongetwijfeld klinkt die gelukzaligheid in dezelfde tijdspanne in alle andere zonnestelsels van het universum, want dergelijke toonkunst is de kroon op de schepping die door tijd en ruimte wordt gedragen door de archonten, en plechtig klinkt in alle dimensies. De reidans van de Elohim, die planeetgeesten zijn. Iedereen doet mee, de Muzen en de Nornen, de reuzen en de dwergen, de profeten en de heiligen... Als God bestaat, dan klinkt Hij zo.
Het is muziek die muziek overstijgt. Als ware het een vorm van boven-natuur, een gestaag ontvouwende en helder oprijzende werkelijkheid, die tot een middaags hoogtepunt komt (om met Sanne Rambags te spreken:) vol liefde en licht, (of met Wim Kayzer:) vol schoonheid en troost; een welluidende wervelwind die alles opfrist en nieuw dimensionaal elan inblaast, die re-animeert als de Grote Ademing van Brahma, om vervolgens weer te gaan liggen, in alle rust, vol berusting en genade. Al het goede zit erin. Verwondering en bewondering, vriendschap, eerlijkheid, eenvoud. Fijn verdriet, inspirerende pijn.
Het overkwam ons hedenochtend, met muziek die eergisteren werd uitgegeven. We kregen het toegestuurd via een app-bericht, de link naar dit paradijs. We waren verlamd vanaf het moment dat we de speler activeerden. 13 synesthetische minuten later openen we onze ogen... Wennen aan de werkelijkheid - die ons opwacht als een valse hond. Vals door de profane stofrommel en de ondraaglijke nodeloosheid van de wereld, waarover hij instinctief denkt te moeten waken. Hij gromt vervaarlijk, wachtend op een beweging, zodat 'ie mag aanvallen en doorbijten. Af! Duivels monster, Satanas... Gaat heen van mij!
Gelukkig. Hij blijkt een gedrappeerde illusie, een haastig uitgegooide jas van de nacht ervoor, maar dan door de ogen van een slechtziende. Met moeite komen we weer bij en staan we op. We ijsberen een wijle, denkend aan wat ons zojuist overkomen is. De liefde en het licht, de schoonheid en de troost... De droom... We keren om en gaan weer liggen, wachtend op de zachte handen, klaar voor een volgende zalving, de rust en de genade. En daar gingen we weer. Datzelfde na 13 minuten wederom, en dan nog eens, en nog eens, de rest van de dag, de rest van ons leven.
Dank O Heere, dank O Lyle, O Aubrey... Eeuwige dank voor dit geschenk aan ons die het waard zijn.
[PJ_©STAB]
Eberhard
The Lyle Mays Estate kondigde begin augustus -tot ieders grote verrassing- de posthume release aan van een 'thirteen-minute mini symphony' getiteld Eberhard. Het is een oorspronkelijke compositie van Lyle Mays uit 2009 voor het Zeltsman Marimba Festival, een "humble tribute" aan zijn vriend en voorbeeld, de legendarische Duiste bassist Eberhard Weber.
"Weber had suffered a major stroke two years earlier, discussed at length by the bassist in a 2013 All About Jazz interview. Mays' extended composition was, then, a most timely homage to an important influence and collaborator who was still recovering and determining if he'd ever be able to play bass again (sadly, he could not)." Aldus John Kelman in All About Jazz.
Lyle Mays werkte tot in 2019 aan de compositie, en hij voltooide tegen het einde van dat jaar de opnamen, met medewerking van enkele kopstukken uit zijn muzikale entourage, waaronder gitarist Bill Frisell, drummer Alex Acuña, bassist Jimmy Johnson, zangeres Aubrey Johnson, keyboardist Mitchel Forman en saxofonist Bob Sheppard. Voor de contrabas, uiteraard een erezaak in deze, vroeg hij zijn beste vriend Steve Rodby (Metheny Group), die ook als co-associate producer zijn stempel op dit album mocht zetten. Genoemde Aubrey Johnson, de nicht van Lyle Mays en manager van The Estate, nam het hele release proces voor haar rekening, waarvoor zij naar onze mening een standbeeld verdient.
Het stuk ademt van begin tot eind de typische, dynamische arrangeerstijl van Mays, die het hele spectrum bestrijkt van subtiele en fluisterzachte shakers en belletjes over etherische piano-akkoorden, tot extaltische fjorden jazzfusion, met krijtende saxofoonsolo's en galmende gitaren, uitwaaierend over brede strijkers en synthesizerpads.
Lyle Mays
Pianist/componist Lyle Mays overleed in februari 2020 aan een 'undisclosed illness'. Hij geldt als een van de baanbrekende musici van de jazz en fusion sinds zijn eerste schreden in 1974, vooral dankzij zijn jarenlange, vruchtbare samenwerking met Pat Metheny. In zijn stijl combineerde hij op unieke en virtuoze, immer integere wijze alle denkbare muziektradities, jazz en latin maar ook invloeden van de impressionistische meesters. Rond 2010 trok hij zich terug uit de muziek om zich toe te leggen op architectuur. De platen die daarna nog verschenen, zoals Solo: Improvisations for Expanded Piano en The Ludwigsburg Concert, waren opnamen van vroeger.